Kinderen Koelewijn niet onder toezicht
UTRECHT - De Utrechtse kinderrechter vindt dat drie minderjarige kinderen van de Spakenburger H. J. Koelewijn die om principiële redenen geen middelbare school bezoeken, niet onder toezicht van de kinderbescherming moeten worden geplaatst.
Zij worden volgens hem door het thuisonderwijs niet ernstig in hun ontwikkeling bedreigd.Dat blijkt uit een maandag gepubliceerde uitspraak van de Utrechtse kinderrechter. Volgens hem wordt er voldoende gedaan om scholing van de kinderen via thuisonderwijs goed te laten verlopen, aldus een woordvoerder van de rechtbank vanmorgen. Ook is er volgens de rechter voldoende controle op de kwaliteit van het thuisonderwijs. Als er al sprake is van een sociaal isolement van de kinderen Koelewijn, kan volgens de rechter toch niet geconcludeerd worden dat zij in hun ontwikkeling worden bedreigd.
De Raad voor de Kinderbescherming stapte naar de kinderrechter om bezwaar te maken tegen de in zijn ogen gebrekkige kwaliteit van het thuisonderwijs dat de kinderen van Koelewijn ontvangen. Volgens de kinderbescherming haalt het niveau van het thuisonderwijs het nog niet bij een gemiddelde opleiding op vmbo-niveau.
Naast de zaak die de kinderbescherming bij de Utrechtse kinderrechter aanhangig had gemaakt, loopt er bij het hof in Arnhem ook nog een hoger beroep tegen een boete van 600 euro die de Utrechtse kantonrechter Koelewijn vorig jaar oplegde vanwege het thuishouden van zijn kinderen.
Twee weken geleden werd die zaak aangehouden, omdat de advocaat van Koelewijn, M. Tierie, overweegt een nieuwe getuige-deskundige op te roepen, nadat de theoloog dr. Anne van der Meiden als getuige-deskundige werd gehoord. Hij was door het gerechtshof opgeroepen om een toelichting te geven op de kerkelijke stromingen in Nederland. Prof. Van der Meiden is auteur van een boek over de gereformeerde gezindte dat hij de titel ”De zwartekousenkerken” meegaf.
H. J. Koelewijn stuurt zijn kinderen op principiële gronden niet naar het Van Lodensteincollege in Amersfoort. De gemeente Bunschoten gedoogt dit zolang de rechtszaak duurt. De jongere kinderen van Koelewijn gaan wel naar de basisschool, de Barneveldse Eben-Haëzerschool, die uitgaat van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Ook met deze school heeft Koelewijn overigens moeite. De Spakenburger was tot voor kort lid van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, maar is intussen thuislezer geworden.
Over de mogelijke juridische consequenties van zijn keus om zijn oudere kinderen niet naar school te sturen, zei hij: „Ik kan niet anders, ik sta met de rug tegen de muur.”
Van der Meiden betoogde twee weken geleden dat het niet wenselijk is om kinderen van school te houden, zelfs niet als het door de overheid wordt gedoogd. Er is volgens hem alle ruimte tot gesprek met een school als er vraagtekens rijzen bij de principiële koers. Ook bestaat de mogelijkheid om samen met andere gewetensbezwaarden een nieuwe school op te richten, al leek hem dat niet wenselijk.
De theoloog gaf aan dat een gezin de bezwaren tegen een school moet kunnen aantonen vanuit de Bijbel en de Drie Formulieren van Enigheid.
Wanneer de zaak bij het gerechtshof in Arnhem wordt voortgezet is nog onduidelijk.