Wilders’ kritiek op koningin
De koningin mag blijven, maar ze moet mij niet lastigvallen. Dat moet PVV-leider Wilders met Kerst gedacht hebben. Omdat de vorstin volgens hem in haar kersttoespraak „multicultionzin” heeft uitgekraamd, moet ze voortaan maar geen deel meer uitmaken van de regering. Dan kan ze roepen wat ze wil. In de toekomst mag de koningin van de politicus van het jaar lintjes uitdelen en doorknippen.
Dat de vorstin met haar oproep tot tolerantie en respect een gevoelige snaar heeft geraakt, is wel duidelijk. In een reactie zegt Wilders dat de naam van zijn PVV nog net niet is genoemd, maar het is hem wel duidelijk dat zij „een politieke toespraak” tegen zijn partij heeft gehouden.Wilders vindt het jammer dat hij de koningin daar niet persoonlijk op kan aanspreken. De „nietzeggende” antwoorden die hij van het kabinet verwacht als hij vragen over de kersttoespraak zou stellen, bevredigen hem uiteraard niet. Daarom komt hij met een initiatiefwetsvoorstel waarmee de koningin „als een haas uit het kabinet wordt gestuurd.”
De jaarlijkse kersttoespraak van de koningin draagt meer een persoonlijk karakter dan de Troonrede. Ook al blijft de regering verantwoordelijk voor hetgeen de vorstin op eerste kerstdag zegt, in die rede kijkt het volk haar meer in het hart dan op de derde dinsdag van september. Veel Nederlanders vinden alleen al daarom de kersttoespraak boeiender en warmer dan de, vaak technische, uiteenzetting van het regeringsbeleid op Prinsjesdag.
Het is duidelijk dat de kersttoespraak van koningin Beatrix niet losstaat van de ontwikkelingen in de samenleving. Anders zou haar rede een vaag verhaal worden en daar zit niemand op te wachten. Daarmee is nagenoeg onontkoombaar dat ze met haar overdenking een bijdrage levert aan het maatschappelijk debat over actuele vraagstukken.
Het thema dat de vorstin op eerste kerstdag aansneed, is al vaker door haar aan de orde gesteld. De toenemende onverdraagzaamheid, het groeiend individualisme dat gemakkelijk overgaat in egoïsme en de grofheid in woord en daad baren het staatshoofd -en velen met haar- al jaren zorgen.
Nieuw is wel de geringe omfloersing van de koninklijke taal. In tamelijk ronde bewoordingen wees koningin Beatrix dinsdag het Nederlandse volk op zijn verantwoordelijkheid om respect jegens anderen te tonen.
Natuurlijk moet het mogelijk zijn om kritiek op de mening van de vorstin te hebben. Daar is op zichzelf niets mis mee. Dat Wilders aanmerkingen maakt op het pleidooi van de koningin om de multiculturele samenleving als een gegeven te accepteren, is zijn goed recht.
Evenzo zullen calvinisten met enig historisch besef het jammer vinden dat de vorstin niet duidelijker op de joods-christelijke achtergrond van onze samenleving heeft gewezen en betreuren Bijbelgetrouwe christenen het dat zij niet nadrukkelijker de bijzondere betekenis van het kerstfeest heeft benoemd. In de hele toespraak valt niet de naam van Jezus, Die arm werd om zondaren te verlossen van de zonde en rijk te maken.
Maar Wilders gaat straten te ver als hij vanwege deze toespraak de vorstin zo snel mogelijk wil verwijderen uit de regering. Daarmee knipt hij niet alleen een historische band door, maar verwijdert hij vooral een belangrijke bindende factor uit onze maatschappij.
Want wat men ook van de betekenis van het koningsschap mag vinden, iedereen is er wel van overtuigd dat het Oranjehuis een essentiële bijdrage levert aan de onderlinge verbondenheid tussen alle Nederlanders.
Dat zou Wilders, die zich ernstig zorgen maakt over de ontbinding van onze samenleving, hebben moeten weerhouden van het doen van ferme uitspraken die geen enkele kans van slagen hebben.