Overspoeld met varkens en kippen
GRUBBENVORST - Werd het Limburgse dorpje Grubbenvorst in 1995 belaagd door het water van de Maas, nu dreigen varkens en kippen het dorp te overspoelen. „Nee, nee, en nog eens nee.”
Twee kinderen op een schommel. Op de achtergrond kijkt een man toe. Zomers tafereeltje. Toch klopt er iets niet. Het trio draagt een gasmasker.”Fijn buitenspelen in Grubbenvorst!” is de kreet op de confronterende poster aan het prikbord bij de bibliotheek in Grubbenvorst. „Als alle plannen doorgaan kunnen we hier straks niet meer fatsoenlijk in- en uitademen”, zegt huisarts Monique Baggen.
De plannen voor de omgeving van Grubbenvorst, een dorp met 4800 inwoners net ten noorden van Venlo, zijn omvangrijk.
Op de tekentafel ligt het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB), een grootschalige veehouderij met plaats voor maar liefst 35.000 varkens en 1,3 miljoen kippen, een slachterij, een composteerderij, en een mestvergister. Het NGB moet pal aan de A73 komen, de snelweg die niet ver van het dorp ligt.
Naast het NGB is er in Grubbenvorst ook nog een zandverwerkingsinstallatie gepland, gaat de groente- en fruitveiling uitbreiden, komt er een industrieterrein en staat de bloemen- en bomententoonstelling Floriade voor 2012 op de agenda.
Het toenemende vrachtvervoer en met name de zandverwerkingscentrale en het kippenbedrijf zullen de fijnstofconcentratie in de regio doen toenemen. De varkens zorgen voor stank en overlast. Leefbaar wonen in Grubbenvorst is er dan niet meer bij, denkt huisarts Baggen.
Landelijk zijn er ongeveer zestig plannen voor varkensflats ingediend, met de hoogste concentraties in Noord-Brabant, Limburg en Overijssel. De initiatiefnemers, veelal grote bedrijven uit de agrarische sector, wijzen erop dat Nederland door de schaalvergroting beter kan concurreren met goedkoop importvlees en dat er door nieuwe technieken duurzame energie kan worden opgewekt.
Ook zouden de varkens en kippen meer leefruimte en betere gezondheidsomstandigheden krijgen. Het Nationaal Groenfonds steunt de schaalvergroting, door in samenwerking met de Rabobank goedkope leningen te verstrekken aan de bio-industrie, bedoeld om bedrijfsverplaatsingen te stimuleren.
Burgemeester Van Rooij van de gemeente Horst aan de Maas, waar Grubbenvorst onder valt, kreeg vorige week namens de actiegroep Behoud de Parel ruim 2500 handtekeningen aangeboden.
Eerder al ontving de burgervader een brief waarin vijftig Limburgse artsen hun zorgen uiten over het Nieuw Gemengd Bedrijf. „In het geval van uitbreken van besmettelijke dierziektes, op deze schaalgrootte kunnen wij niet overzien wat ons te wachten staat. Niemand weet welke problemen we kunnen verwachten.”
De artsen waarschuwen voor de MRSA-bacterie „waarvoor nu al afdelingen van ziekenhuizen sluiten in verband met gevaar voor de volksgezondheid.”
De gemeenteraad van Horst aan de Maas moet nog beslissen over de megastallen. Lastig, de bevolking is tegen en de economische belangen zijn groot. „Zo’n complex heeft niets met landbouw te maken”, zegt een inwoner die tussen de middag in het dorp zijn hond uitlaat. „Die beesten zitten boven op elkaar en het geeft alleen maar stank en overlast.” Maar is een grote stal niet beter dan vijf kleintjes? De man beent weg. „Nee, nee en nog eens nee.”
Het aantal megastallen in Nederland is tussen 2000 en 2005 toegenomen van 104 tot 184. Het merendeel van deze megastallen staat in Noord-Brabant, Friesland en Limburg, zo blijkt uit gegevens van het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra. In de stallen is 2 procent van de huidige veestapel gehuisvest. Als de trend zich doorzet neemt in de komende twintig jaar het aantal megastallen toe tot zeker duizend, waarin volgens Alterra 15 tot 50 procent van de veestapel gehuisvest zal zijn. De boodschap van minister Verburg (Landbouw) en Cramer (Milieu) is dat megastallen wel kunnen, maar niet overal. De ministers weten dat er veel kritiek is op de steeds grotere landbouwbedrijven. In overleg met lokale en regionale bestuurders willen ze dan ook randvoorwaarden opstellen voor de verdergaande schaalvergroting in de veehouderij.
Cramer en Verburg willen dat er bij de bouw van megastallen extra aandacht uitgaat naar de gevolgen voor ruimte, milieu, dierenwelzijn, duurzaamheid en inpassing in het landschap. Ze willen in samenspraak met vertegenwoordigers van gemeenten en provincies uitgangspunten opstellen om te kunnen inspelen op de steeds groter wordende veebedrijven.
Over het stof hoor je niemand. En dat steekt huisarts Baggen uit Grubbenvorst. „Beschermde diersoorten zijn in dit land goed genoeg om plannen tegen te houden. Als het om mensen gaat kijkt men niet zo nauw.”