Franchise sluit federatie niet uit
De franchiseconstructie Dunamis voor het basisonderwijs kan prima samengaan met eigen initiatief en een gezonde samenwerking, zegt J. Flier . Hij vermoedt dat de auteurs van ”Federatie beter dan franchise” (RD van woensdag) geen contact gehad hebben met deelnemers aan het pilottraject van Dunamis.
De heren H. P. A. Poortvliet en D. van Kleef schieten in hun artikel in de verdediging. Het gevoel bekruipt me dat er iets mis is in de Federatie Noord- en Oost-Zeeland en zij zich moet bewijzen richting Dunamis. Als het binnen de federatie allemaal zo verloopt als in het artikel wordt aangegeven, hoeft men zich nergens zorgen over te maken.Of is men niet bereid het bestuurlijk en financiële beleid structureel onder de loep te nemen? Durft men geen externen in te schakelen bij de beoordeling van leiderschap, kwaliteitszorg, personeelsbeleid en duurzame ontwikkeling? Dan kan ik me voorstellen dat een constructie als Dunamis ervaren wordt als een harnas.
Participatie in de keten vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Dat deelname een stapje verder gaat dan „serieus inhoud geven aan lidmaatschap, zowel door bestuur als door directie” moge duidelijk zijn. Daar zijn namelijk indicatoren voor opgesteld. In een federatie is uitzetting niet mogelijk, vanwege de vrijblijvendheid. Dunamis doet het anders. Er wordt positief kritisch getoetst aan de poort. En tussendoor ook. De kans op ”uitzetting” is dus minimaal.
Pilottraject
Een kritische noot richting de franchise mag uiteraard en is ook begrijpelijk, maar ik wil de heren Poortvliet en Van Kleef vragen of zij contact gehad hebben met deelnemers aan het pilottraject. In het artikel blijkt dit nergens uit. Als dat wel was gebeurd, zou hun reactie ongetwijfeld anders uitgevallen zijn. Voor de voordelen die de deelnemende scholen tot op heden hebben ervaren, verwijs ik graag naar het RD van 16 november 2007.
Verder (b)lijken de heren Poortvliet en Van Kleef hun ogen te sluiten voor ontwikkelingen in bepaalde federaties. Uitspraken door vooraanstaande mensen binnen federaties als „Het is te vrijblijvend”, of: „Het is lastig om daadkrachtig en efficiënt te werken”, komen mij regelmatig ter ore. Over opheffing van een federatie spreek ik dan nog niet eens. Gelukkig is het in Zeeland anders!
Dat Dunamis samen kan gaan met eigen initiatief en een gezonde regionale en collegiale samenwerking, blijkt uit het feit dat de Stadhouder Willem III school in Ede zowel deelneemt aan Dunamis als participeert in het directeurenoverleg VEBAKoWoSZ. Zonder hierin enig frictie of beknelling te ervaren. Mijn vraag is hoe de Zeeuwse collega’s tot hun conclusie gekomen zijn.
Gelegenheid
Dunamis biedt een oplossingsrichting waarmee mét behoud van identiteit, de kwaliteit gehandhaafd of verbeterd en de continuïteit van christelijk/reformatorisch onderwijs gewaarborgd kan worden. Hierbij is er respect voor de lokale, historische en identiteitseigen factoren van elk lid, net zoals bij de Federatie Noord- en Oost-Zeeland.
Graag feliciteer ik de federatie van harte met het feit dat het merendeel van de scholen de optimale school die Dunamis voor ogen staat bijna volledig gerealiseerd heeft. De beide heren schrijven dat dit heeft moeten groeien. Ga zo door! Eén tip: laat solidariteit verder gaan dan het Zeeuwse. Gun en geef Dunamis ook de gelegenheid te groeien.
De auteur is directeur van de Stadhouder Willem III school in Ede, een van de vijf pilotscholen van Dunamis.