Organisaties verlaten hulpbehoevend Atjeh
DEN HAAG (ANP) - Drie jaar na de tsunamiramp van Kerst 2004 sluiten de meeste internationale hulporganisaties hun kantoren in de zwaar getroffen Indonesische provincie Atjeh. Maar anderen blijven om buiten het beeld van de camera’s te werken aan langdurige verandering.
Met internationale steun zijn in de door vloedgolven getroffen provincie -170.000 mensen kwamen om- inmiddels meer dan 100.000 huizen gebouwd. Ook staan er 800 nieuwe scholen, 600 kliniekjes en ziekenhuizen en zijn havens en vliegstrips aangelegd.Voor het Indonesische overheidsbureau dat de hulpverlening coördineert deze week reden om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. „Indonesiërs geloven in duizend dagen van rouw”, aldus voormalig minister Kuntoro Mangkusubroto, die de wederopbouw aanstuurt. „De laatste dag van rouw is aangebroken, laten we nu vooruitkijken en zo hard mogelijk bouwen aan de toekomst.”
Een Nederlander die kort na de ramp op 26 december in het gebied was, Nico Smith, is overwegend positief. Hij heeft echter dagelijks te maken met projecten die drie jaar na dato nog niet af zijn. De belangrijkste weg van de hoofdstad Banda Atjeh langs de westkust is nog steeds niet herbouwd. „Laatst zakte er een vrachtwagen door een noodbrug, waardoor er dagenlang geen verkeer mogelijk was.”
Het Nederlandse Cordaid Mensen in Nood bouwde in Atjeh onder meer ruim duizend huizen, hielp meer dan 250.000 mensen en blijft ook na volgend jaar in het gebied. Nu de meerderheid van de organisaties vertrekt, kunnen bewoners in een gat vallen, vreest coördinator Inge Leuverink van de hulporganisatie.
Mediagenieke projecten als het bouwen van huizen zijn zo goed als afgerond, maar voor minstens zo belangrijke, maar minder zichtbare projecten is een lange adem nodig. Leuverink somt ze op: mensen op eigen benen leren staan, het op gang krijgen van de economie, het ontwikkelen van democratie in een provincie die voor de tsunami jarenlang gebukt ging onder burgeroorlog. „Een gebied dat zo lang geïsoleerd is geweest, heeft meer tijd nodig.”
Smith wijst op een goede kant aan het vertrek van de organisaties: hulpafhankelijk geworden Atjehers moeten weer zelfstandig worden. Maar het komende jaar is ook kritiek, verwacht de Nederlandse ontwikkelingswerker. Zo is het de vraag of de Indonesische overheid de lopende projecten goed kan overnemen. Hij verwacht dat de druk op achterblijvende organisaties toeneemt. „De tijd zal het leren, maar we houden er rekening mee dat het moeilijker wordt.”