Dr. Plaisier vraagt Geref. Bond om steun SoW-fusie
Dr. B. Plaisier, synodescriba van de Samen op Weg-kerken, roept de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk ertoe op mee te werken aan de fusie van de SoW-kerken. Ds. G. D. Kamphuis, voorzitter van de Gereformeerde Bond, zei vrijdagmorgen dat de inzet voor SoW niet mag betekenen „dat men kan aanvaarden wat tegen het Woord van God ingaat."
Ds. Plaisier noemt het „rampzalig" voor het kerkelijk en het geestelijk leven in Nederland wanneer Samen op Weg in de allerlaatste fase zou mislukken. Hij reageert hiermee op de „onduidelijkheid" die de Gereformeerde Bond volgens hem laat bestaan om eventueel het finale fusiebesluit over enige jaren aan te grijpen met als doel het Samen op Weg-proces alsnog te laten mislukken.
Ds. Kamphuis zei vrijdagmorgen in reactie hierop: „Het zal naar onze mening erg zijn voor het kerkelijk en het geestelijk leven in Nederland als onze kerk dánkzij Samen op Weg zal scheuren. We hebben ons evenzeer in te zetten voor kerkelijke eenheid als voor eenheid op basis van de belijdenis van de kerk."
Volgens Plaisier hebben zowel de triosynode als de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk „stapje voor stapje, maar met het volle verstand en met vaste wil, ervoor gekozen Samen op Weg te gaan, met daarbij zo veel ruimte en veiligheid voor bezwaarden dat niemand zich gedwongen hoeft te voelen."
Dr. Plaisier deed zijn oproep donderdagavond in een lezing over de stand van zaken in het Samen op Weg-proces tijdens een ambtsdragersvergadering in Kampen. De synodescriba wilde met zijn lezing enerzijds het beeld ontkrachten dat de synode gemeenten zou dwingen om Samen op Weg te gaan. De SoW-scriba zegt dat een gemeente ervoor kan kiezen binnen de verenigde kerk hervormd, gereformeerd of luthers te blijven. „Als je plaatselijk niet wilt, hoeft het ook niet", aldus ds. Plaisier.
Ook geeft hij aan dat de synode de weg naar de vereniging niet op eigen houtje is gegaan, maar „omdat dit haar gevraagd is vanuit plaatselijke gemeenten en classicale vergaderingen." Anderzijds bestrijdt dr. Plaisier de opvatting van sommigen dat het proces landelijk zo traag verloopt dat het een blok aan het been is voor de oecumene.
Optelsom
Dr. Plaisier wees op „de nauwe samenwerking van de drie synoden in belijdende, maatschappelijke en ethische kwesties. De meest controversiële onderwerpen kunnen zij gezamenlijk verwoorden. Hoewel ik erken dat uitspraken van de triosynode over kwesties waar de afzonderlijke synoden diep over verdeeld zijn, niet meer zijn dan een optelsom van verdeelde delen."
De synodescriba denkt hierbij ook aan het recente besluit over de zegening van het homohuwelijk. Voor hem staat het vast dat de synode de vereniging „zo spoedig mogelijk zal realiseren, dat wil zeggen zodra de kerkorde is vastgesteld." Hij zegt er alle vertrouwen in te hebben dat de vereniging van de drie kerken zal doorgaan: „Geen hervormde haalt het in zijn hoofd hier te scheiden of af te scheiden. Als er liefde voor de Kerk is, moet die zich nu uiten in Samen op Weg. Anders is het alleen een romantisch gevoelen voor een kerk die er, op die wijze, allang niet meer is."
Dr. Plaisier riep de bij het proces betrokken kerken ertoe op ernst te maken met het geloofsgesprek in de kerken „om samen te zoeken naar een weg waarin zowel recht gedaan wordt aan de verscheidenheid van geloven en beleven als aan het gemeenschappelijk belijden in het spoor van ons voorgeslacht."
Teleurstellend
Ds. Kamphuis noemt het zeer teleurstellend dat hij niets verneemt „van enig begrip voor de uiterst moeilijke situatie waarin hervormd-gereformeerden zich nu bevinden. De Gereformeerde Bond heeft er nooit onduidelijkheid over laten bestaan wat zijn positie is, in liefde tot de kerk, maar niet minder vanuit een begeerte onze kerkelijke weg te gaan in een luisteren naar de Schrift in verbondenheid met ons voorgeslacht."
Inzake het zegenen van alternatieve relaties zegt ds. Kamphuis dat ds. Plaisier de bond niet kan verwijten onduidelijk te zijn geweest. „Hij benoemt de visie van de bezwaarden niet juist, alsof het zou gaan om ruimte en veiligheid voor onszelf. Het gaat om het niet kunnen aanvaarden van wat de Schrift verbiedt. Wij vragen ds. Plaisier daarom de liefde tot de kerk niet uit te spelen tegen het gehoorzaam willen zijn aan de heilzame geboden van God rondom huwelijk en seksualiteit, waarvan we niet kunnen inzien dat we daaraan vanwege de huidige culturele context een andere invulling mogen geven."
Bovendien, aldus de voorzitter van de Gereformeerde Bond, „hebben hervormd-gereformeerden in 1951 tegen de toenmalige kerkorde gestemd. Wie zal hun de geestelijke vrijheid kunnen ontnemen om nu naar eer en geweten voor Gods aangezicht dezelfde beslissingen te nemen, omdat we naar onze diepe overtuiging niet anders kunnen?"