De verdachten, een 20-jarige inwoner van 't Zandt en zijn 20-jarige vriendin werd opgepakt in zijn ouderlijk huis aan de Molenweg. De woning werd woensdagmorgen door de politie bewaakt. Inwoners van ’t Zandt kregen woensdagmorgen een brief van de gemeente Loppersum, waarin ze geïnformeerd worden over de aanhouding. Ook worden ze uitgenodigd voor een besloten bewonersbijeenkomst vanavond in de Boshal in Loppersum. Burgemeester Rodenboog zal de dorpelingen hier tekst en uitleg te geven.De mannelijke verdachte is volgens omwonenden bij meerdere branden gesignaleerd. In verschillende media werd hij de achterliggende weken opgevoerd als ooggetuige. Ten minste één keer zou hij zelf de brandweer hebben gealarmeerd. „Ik wilde net naar school gaan toen ik het vuur zag. Toen ben ik snel terug naar binnen gegaan en heb ik alarm geslagen. De keet staat vlak bij een schuur die vol zit met hooi, dus het had nog veel erger kunnen zijn”, zei hij in De Telegraaf na afloop van de zestiende brand.

Omwonenden reageren wisselend op de aanhouding. Een buurvrouw uit de Molenweg: „Het is een rustige, behulpzame jongen. Het is voor mij een complete verrassing dat hij is aangehouden. Ik hoop dat hij niet de dader is.”

Bewoner Knol van de Tuinbouwstraat, 100 meter verderop, hoopt het tegenovergestelde. „De angst zat er de afgelopen tijd goed in.” De Groninger woont naast een leegstaand pand, eigendom van een familielid. De pyromaan koos voornamelijk leegstaande objecten uit. „We waren vooral bang dat hij een paar bootjes in brand zou steken die even verderop liggen.” Een andere bewoonster van de Tuinbouwstraat is blij, „vooral voor de pyromaan zelf. Als je zo veel branden sticht, is dat een schreeuw om hulp.”

De pyromaan sloeg sinds augustus ongeveer twintig keer toe. Zo’n vijftien keer slaagde de brandstichting. Eén keer sloeg hij toe in het nabijgelegen Godlinze. Enkele weken geleden werd ’t Zandt opgeschrikt door een brand die niet het werk was van de pyromaan. Deze keer was er een technische oorzaak.

De politie hield het Groningse dorp maandenlang in de gaten. Onder meer werd een politiepost ingericht in het dorpshuis. Ook werd de hulp van defensie ingeroepen, die met nachtzichtapparatuur het dorp in de gaten hield.