In oktober 2002 begint de stadsregio Rotterdam een planstudie voor een sneltramverbinding van Rotterdam-IJsselmonde naar Ridderkerk. De SGP is not amused. Zij vreest voor extra criminaliteit vanuit de Maasstad.Ridderkerk wil het liefst een ondergrondse metroverbinding met Rotterdam, maar het ministerie van Verkeer en Waterstaat wijst dat verzoek vanwege de hoge kosten in 2004 definitief af. De gemeenteraad ziet een sneltramverbinding met Rotterdam niet zitten. De politici vrezen een toename van de criminaliteit, meer verstedelijking en een slechter openbaarvervoersnetwerk. De raadsleden zijn bang dat de stadsregio Rotterdam het project erdoor wil drukken.

Een jaar later liggen de kaarten anders als een meerderheid binnen de Ridderkerkse gemeenteraad kiest voor een sneltramverbinding naar Rotterdam. Een studie naar diverse tracévarianten begint. Tegelijkertijd groeit onder de Ridderkerkse burgers het verzet tegen de tramlijn. Dat is tegen het zere been van de gemeente, die een gerichte voorlichtingscampagne begint om de aanleg van de lijn te promoten.

De politieke voorstanders in de Ridderkerkse gemeenteraad laten zich niet van de wijs brengen door de protesten van actiegroepen die waarschuwen voor extra criminaliteit en verstedelijking. De gemeenteraad blaast in het voorjaar van 2006 een referendum over de kwestie af en de tegenstanders zinnen op een massale demonstratie.

Groot is in november de beroering in de Ridderkerkse gemeenteraad als in een uitgelekte brief van de stadsregio Rotterdam staat te lezen dat de regioraad de beschikbare 170 miljoen euro niet wil investeren in een spoorverbinding vanuit Rotterdam die stopt in het centrum van Ridderkerk. De stadsregio gaat slechts met de Ridderkerklijn akkoord als de belangrijkste wijken worden doorkruist. B en W vinden die optie te ingrijpend, omdat veel huizen en gebouwen tegen de vlakte moeten. Het college houdt vast aan een tramverbinding tot het centrum. Dinsdagavond krijgt het college steun van een krappe meerderheid van de Ridderkerkse gemeenteraad. Zij kiest voor een tracé dat stopt in het centrum, maar dat op termijn kan worden doorgetrokken naar de rand van het dorp. Hoe de lijn het centrum dan moet doorkruisen, wordt nog onderzocht.