Cultuur & boeken

Kerstvreugde in de levensavond

Aartje Boon (82) kan terugkijken op veel kerstdagen. De beste herinnering bewaart ze aan het kerstfeest waar ze het minst van verwachtte. Gaandeweg haar lange leven leerde ze „rijk te zijn ondanks gemis.” In haar jongste boek, een bundel die vooral kerstverhalen bevat, wil de blijmoedige schrijfster uit Molenaarsgraaf daarvan iets met anderen delen.

Jeannette Wilbrink-Donkersteeg
19 December 2007 11:01Gewijzigd op 14 November 2020 05:23
Aartje Boon: „Als je tachtig wordt, leef je in het licht van de eeuwigheid. Dat is natuurlijk altijd zo, maar dan word je je het des te meer bewust. Je bent bezig met afscheid nemen. Er zijn steeds meer dingen die je niet meer doet. Het deed me eerlijk ge
Aartje Boon: „Als je tachtig wordt, leef je in het licht van de eeuwigheid. Dat is natuurlijk altijd zo, maar dan word je je het des te meer bewust. Je bent bezig met afscheid nemen. Er zijn steeds meer dingen die je niet meer doet. Het deed me eerlijk ge

De klok tikt en de kaarsen tussen de dennentakken op de salontafel branden. „Ik stook graag een vuurtje”, lacht Aartje Boon in haar behaaglijke seniorenwoning. Het naderende kerstfeest is haar een vreugde. Over de vraag welke Kerst het diepst in haar geheugen staat gegrift, hoeft ze niet na te denken. „De zoon van mijn jongste broer is verongelukt toen hij zestien jaar was. Op de dag voor Kerst werd hij begraven. Een jaar later vond ik het nog steeds zó moeilijk. Op school gingen de voorbereidingen voor het kerstfeest natuurlijk gewoon door, maar ik had het geestelijk zwaar. Zoals altijd zou ik de vertelling doen. Het was glad, toen ik ’s morgens naar school fietste en ik dacht: „Als ik nou een been breek, hoef ik tenminste niet te vertellen.” Zo ver was ik gekomen. Maar toen ik eenmaal aan het vertellen was, ging het zoals bij Johannes in de paasgeschiedenis. Er staat: Hij zag het en geloofde. Zo beleefde ik dat ook. Het werd een goede Kerst.”Hoe zien uw kerstdagen er dit jaar naar verwachting uit?
„Op eerste kerstdag hoop ik naar de kerk te gaan en een etentje te hebben met de familie. Dat zijn de kinderen en de kleinkinderen van mijn overleden zus. Ik heb natuurlijk kind noch kraai op de wereld, maar ben door een nichtje tot familie-oma benoemd. Zo werd ik op een bruiloft ook welkom geheten door de ambtenaar van de burgerlijke stand! Op eerste kerstdag braden we dus het wild en hebben we het gezellig met elkaar. Op tweede kerstdag ga ik nog een keer naar de kerk. En dan vind ik het verder best heerlijk om thuis te zijn met een boek, een cd en wat lekkers. Misschien is het kinderachtig, maar sinds mijn moeder niet meer leeft, geef ik mezelf altijd een cadeau. Meestal is dat een boek.”

U scheef verschillende kinderboeken. Het jongste boek dat van uw eigen hand verscheen, bevat ”kerst-, paas- en vrije verhalen voor ouderen”. Vanwaar?
„Ik ben jarenlang kleuterleidster geweest, maar op een gegeven moment vond ik dat ik vanwege mijn leeftijd toch te ver van kinderen af kwam te staan. Daarom ben ik met het schrijven van kinderboeken gestopt. Ouderen luisteren net zo graag naar verhalen als kleuters. Dat merk ik op ouderenmiddagen, waar ik ook verhalen vertel. Die gaan er altijd goed in.

Bovendien is ouder worden een thema dat mij bezighoudt. Ik hoop 83 te worden, als de Koningin jarig is… Ik weet nog dat de weg hier verhard werd, dat de waterleiding werd aangelegd. Mijn moeder wist uiteraard nog veel meer en mijn opa woonde bij ons in huis, dus van hem hoorde ik ook van alles. Dat biedt veel stof tot nadenken.

Ik kom vaak in het zorgcentrum. Daar zie je en hoor je eveneens genoeg. Je ontmoet heel vaak een -hoe zal ik het noemen- een toch wat meer negatieve levenshouding. Vroeger zeiden ze wel eens: Hoe ouder hoe kouder. Er is ook heel veel eenzaamheid. Dat lijkt vreemd, want er wordt vaker dan ooit voor ouderen georganiseerd. Maar dat gebeurt dan toch vaak in groepsverband, terwijl ouderen -ik betrap mezelf er telkens op dat ik daar nu ook bij hoor- aan een ander soort contact gewend zijn.

Vroeger kwamen de melkboer, de slager, de olieman en de postbode aan de deur. Ze hadden behalve boodschappen ook nieuwtjes bij zich en maakten een praatje. Dat was veel persoonlijker. In deze tijd word je aan de ene kant keurig opgehaald en thuisgebracht zodra je niet meer kunt lopen of rijden, maar aan de andere kant moet je als nieuweling in een tehuis zoeken naar een tafeltje waar je zitten kunt. Dat soort verhalen is algemeen bekend.”

Het thema boeit u, maar u bent zelf toch geen stereotiepe oudere? Uw agenda is gevuld, u bent druk met schrijven en met het houden van lezingen, u rijdt auto…
„Toch voel ik me op een bepaalde manier echt wel een oudere. Als je tachtig wordt, leef je in het licht van de eeuwigheid. Dat is natuurlijk altijd zo, maar dan word je je het des te meer bewust. Je bent bezig met afscheid nemen. Er zijn steeds meer dingen die je niet meer doet. Oud worden is weemoedig.” Lachend: „Het deed me eerlijk gezegd best wat, toen ik onlangs na 53 jaar afscheid nam van het verjaringsfonds van de kerk. Dat had ik ook toen ik stopte als redactielid van het blad ”De Hervormde Vrouw”.

Op m’n zeventigste ben ik begonnen steeds meer af te stoten. Ik vind dat je de dingen moet overdragen als het nog kan. Soms valt dat niet mee, maar ik besef dat de Spreukendichter echt wel wist waar hij het over had toen hij zei dat alles z’n tijd heeft. En daardoor heeft ouder worden ook iets heel moois. Je wordt rijp gemaakt voor de eeuwigheid. Je leeft anders, rijker. Het mooie is ook dat je voor veel dingen tijd hebt. Ik heb door mijn werk altijd veel Bijbelse geschiedenissen doorgenomen. Toen ik met de VUT ging, dacht ik dat ik dat zou gaan missen. Maar als ik nu in de Bijbel iets lees waarover ik meer wil weten, pak ik er andere boeken bij. Ik heb daar alle gelegenheid voor.

Ds. C. A. Korevaar heeft ooit een bijzonder boek geschreven, ”Alsmaar ouder worden”. Daarin zegt hij: „Over de geur van de verveling reikt het Heilig Woord van God.” Mooi hè? Prachtig! Ik schrijf ’s nachts nooit, maar als zoiets me midden in de nacht weer te binnen schiet, noteer ik toch even een trefwoord. Naast mijn bed ligt altijd papier en potlood. Geen pen. Sinds ik iets heb opgeschreven met een pen die het niet deed, gebruik ik een klein potloodje. Ik doe namelijk nooit het licht aan en die nacht had ik dus niet door dat mijn pen kapot was. Ik ontdekte het de volgende morgen pas en toen wist ik niet meer wat ik had willen opschrijven.

Wat het ouder worden betreft, ik ben bevoorrecht, omdat ik nog gezond ben. Ik vind dat ik een gelukkige levensavond heb. Natuurlijk zit dat ook wel een beetje in je karakter. Het hoort bij onze familie. Mijn moeder was ongeneeslijk ziek. Ze kreeg bestralingen. In de jaren vijftig waren de gevolgen daarvan nog erger dan nu. De rechterkant van haar hoofd leek helemaal te krimpen, zodat ze nog maar één kant op kon kijken. Weet je wat ze toen zei? „Fijn dat het déze kant is, nu kan ik tenminste nog goed naar buiten kijken.” En dat grote borduurwerk aan die muur daar is in 1863 gemaakt door iemand in mijn moeders familie. Dat moet ook een blijmoedige vrouw geweest zijn. Kijk maar, ze heeft spelende kinderen, dieren en bloemen gekozen. Zij had al eerder zo’n borduurwerk gemaakt. Toen dat eindelijk klaar was, brak er brand uit bij de timmerman die het zou inlijsten. Het hele borduurwerk verbrandde. Ze zei: „Dan maak ik gewoon een nieuwe.””

Aartje Boon schiet voor de zoveelste keer tijdens het gesprek in de lach: „Zelf zat ik vorig jaar met een paarsrood jasje aan op een bruiloft, toen een mevrouw naast me de stof ervan tussen haar vingers nam en opmerkte: „Je moet toch wel een blij mens zijn om zoiets aan te hebben!”

„Ondanks gemis toch rijk”, luidt een zin in uw nieuwe boek. Klopt het dat dat eigenlijk in elk verhaal uit de bundel doorklinkt?
„Dat vind ik wel de boodschap, ja. Vorige week sprak ik in Leerbroek. De vrouw van de huisarts sloot af met de woorden: „U werkt met een opdracht.” Dat was mooi. Ik vind trouwens dat ook doorgeven een opdracht is. Zo gebruik ik in mijn lezingen wel delen uit een preek. Een nieuw onderwerp gaat over vriendschap als je oud bent. Daarin verwerkte ik wat ik in een preek van ds. J. van het Goor hoorde over Henoch, die wandelde met God. Ik heb wel eens gedacht dat ik maar met alles moest stoppen. Dat heeft iedereen wel eens, geloof ik. Ds. A. Baas stond hier toen nog. Hij zei: „Je mag je talenten niet begraven.”

Bevatten uw verhalen autobiografische elementen?
„Ja. Neem dat verhaal over die mensen in China. Hoofdpersoon Chin luistert naar de geschiedenis van Simeon. Hij ziet in gedachten het Kind in de armen van de oude man en hij weet dat dit Kind zijn schuld draagt en zijn Heiland is. Zoals zij kerstfeest vieren, zo beleef ik dat zelf ook.”

Aartje Boon werd op 31 januari 1925 als vierde kind en nakomertje geboren op een boerderij in Molenaarsgraaf. Haar twaalf jaar oudere zus trouwde toen Aartje de lagere school afgerond had. Aartje „kwam onder de koeien terecht” en moest kaas maken. „Ik houd veel van dieren, maar daar hield het dan ook wel mee op…” Een broer nam het boerenwerk na een aantal jaren over. Aartje werkte als coupeuse en verzorgde haar ouders. Op haar 31e ging alsnog haar jeugdwens in vervulling: ze kwam als kleuterleidster voor de klas te staan. Toen ze vijftig was, debuteerde ze met een kinderboek. Diverse titels volgden. Ze schreef onder meer ”En zo vierde Tineke tóch kerstfeest”, ”Louise zingt weer” en een Bijbels dagboek voor tieners. Aartje Boon publiceert bovendien korte verhalen, geeft lezingen en was jarenlang actief betrokken bij allerlei jeugd- en verenigingswerk. Recent verscheen ”De boodschap van vrede. Verhalen voor Kerst, Pasen en andere gelegenheden”; uitg. Den Hertog, Houten, 2007; ISBN 978 90 331 2037 4; 112 blz.; € 8,50.


De Heiland is gekomen

„Toen kwam het eten. Zoals altijd zag het er smakelijk uit. Ze aten vandaag rodekool met een speklapje. Daar hield Elma van. Ze dekte de tafel en bad. Toen begon ze te eten, maar het leek wel of het anders klaargemaakt was dan gewoonlijk. Het smaakte haar niet zo. Opeens schrok ze. Ze toch ook geen griep krijgen? Nee, dat mocht niet gebeuren, hield ze zichzelf voor. Ze zou zich er met hand en tand tegen verzetten.

(…)

Om een uur of halfvijf kwam Cora even aan. Ze zag meteen wat er aan mankeerde. Ze had ook al gehoord dat er griep in het huis was. Meteen begreep ze dat het voor Elma een verschrikkelijke teleurstelling zou zijn, als ze er morgen op de kerstviering niet bij zou kunnen zijn. Ze had al uitgebreid gehoord van alle voorbereidingen en ook dat Elma een aandeel had in het gebeuren, waar ze vol van was. Wat zou het jammer zijn als dit niet door kon gaan. Elma voelde zich hier steeds beter thuis en de contacten werden steeds intensiever. Cora sprak haar moed in. Het kon best nog meevallen.

Maar het viel niet mee. (…) Weg kerstviering waar ze zo op had gehoopt. Ze had er zich zo op verheugd, na de overgang van haar eigen huis naar dit huis, wat ze nu aardig te boven was. Mocht ze dan niets? Haar opstandigheid werd steeds groter.

(…)

In de zaal is het nu pauze en wordt er iets gedronken. De deur van Elma’s kamer gaat voorzichtig open. Het is zuster Erica. Ze loopt naar het bed en vraagt: „Heb ik het goed gedaan, mevrouw Fransen?” Elma kijkt haar vragend aan. „Of hebt u niet gehoord dat ik uw gedicht heb voorgelezen?” Elma schudt haar hoofd. „Nee, eigenlijk niet.” De zuster knipt het licht aan en kijkt Elma oplettend aan. Ze ziet haar blijde gezicht en zegt zacht: „Maar het is hier wel Kersfeest, zie ik.” Elma knikt. Ze kan het niet verwoorden, maar zuster Erica begrijpt haar. De zuster laat haar wat drinken en dan gaat ze weer naar de zaal.

(…)

Na afloop van de maaltijd krijgt Elma bezoek. Het is Clara van Raalte en ze wordt gebracht door zuster Erica. „Ben je niet bang dat je ook ziek wordt?” zegt Elma. „Nee hoor. Ik wilde zo graag even met je praten. Heb je alles gehoord?” En dan vertelt Elma met blijde stem van de vreugde die zo onverwacht in haar is gekomen. Clara begrijpt haar en stil ze bij elkaar en genieten ook zonder veel woorden van de blijde boodschap: De Heiland is gekomen, gekomen ook voor mij!”

Fragment uit ”De boodschap van vrede”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer