Kennismaking met het werk van Teellinck
Titel: ”Willem Teellinck, de vader van de Nadere Reformatie”
Auteur: W. J. op ’t Hof
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2007
ISBN 978 90 6140 534 4
Pagina’s: 172
Prijs: € 14,90.
Het is een hoopvol teken dat er de laatste decennia zo veel werken van oudvaders herdrukt zijn. De vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie in ons land en ook de puriteinse schrijvers uit Engeland en Schotland hebben bij verschillende uitgevers veel aandacht gekregen en dat kan eigenlijk niet als ze ook niet over de toonbank gaan en dus gekocht worden. Als deze oudvaders nu ook nog gelezen worden, zal dat zeker niet ongezegend blijven. Maar hoe krijg je de mensen nog aan het lezen? Dat wordt gelukkig op allerlei manieren geprobeerd. De uitgever van de serie ”Inleidingen met kernteksten”, waarin een reeks voorname auteurs uit de kerkgeschiedenis wordt besproken, heeft zeker een goed initiatief genomen. In deze reeks worden boeiende levensbeschrijvingen gepubliceerd, met daarbij teksten uit hun werken, zodat iedere lezer een voorproefje krijgt van wat de behandelde schrijver heeft nagelaten.
Dr. W. J. Op ’t Hof geeft in zijn biografie over Willem Teellinck een levendige beschrijving van deze ’vader’ van de Nadere Reformatie. Hij verwerkt hierin nieuwe gegevens die nog niet eerder zo gepubliceerd zijn en belooft ons deze binnenkort ook in een wetenschappelijke vorm te zullen aanbieden. Nu is het in een vorm gegoten die iedere geïnteresseerde zou moeten kunnen volgen. Wel heb ik me bij de beschrijving van het leven van Teellinck soms afgevraagd of toch niet te veel basiskennis wordt verondersteld, hoewel het ook kan gaan irriteren als ieder begrip en iedere naam breedvoerig wordt verklaard. Kan de opsomming van allerlei geschriften die Teellinck publiceerde deze of gene misschien vermoeien, ze geeft ook veel informatie. Zeker zullen de lange citaten uit Teellincks geschriften de lezer boeien en doen vragen naar meer.
Wie de Heere vreest zal bij het lezen van de stukjes uit Teellincks ”Soliloquium” (Alleenspraak) zichzelf mogen herkennen en die zal dan ongetwijfeld ook leiding krijgen. In dit autobiografische boekje, dat vele malen heruitgegeven is, is ook onderwijs voor zielen die worstelen met de vrees een verworpene te zijn.
Ook kan de lezer een stimulans krijgen voor de huisgodsdienst, waar Teellinck herhaaldelijk over schreef, en waarover een citaat is opgenomen uit zijn ”Corte Verhandelinghe”.
Indrukwekkend is zijn schrijven over huwelijksmoeilijkheden. Wat toont Teellinck een wijsheid in zijn adviezen aan mannen om met hun vrouw om te gaan op zo’n wijze dat men inderdaad aan het zwakkere vat haar eer geeft. Een samenspraak met een man die zich onhebbelijk gedraagt, kan ook voor het heden nog zegen afwerpen. Een fragment uit het boek ”Buren-kout” spreekt hier boekdelen.
Uit ”Het Nieuwe Jeruzalem” citeert Op ’t Hof om aan te geven hoe ver Teellincks interconfessionaliteit strekte. Daarover handelt hij overigens ook uitvoerig in de levensbeschrijving van Teellinck, als hij de briefwisseling en contacten met Vossius uitvoerig bespreekt.
Uit de boeken ”Davids Danckbaerheyt”, ”Zions Basuyne” en ”Ecce Homo” nam Op ’t Hof enkele fragmenten op om iets weer te geven van Teellincks toekomstverwachting, die hoopvol is voor de heidenen en voor Israël, zoals blijkt uit het slot van een in het boekje opgenomen gebed: „Weer ook te Uwer goeder tijd het hatelijk rijk van de antichrist en van de Turk, breng de veelheid der heidenen in, bekeer de Joden, Heere, en laat ons nog vrede en geluk over het Israël Gods in onze dagen zien opgaan”, een gebed dat in ons aller hart wel weerklank mag vinden.
Van harte hoop ik dat lectuur als deze (en in het vervolg ervan de werken van oudvaders zelf) weer gelezen zal worden. Het zal tot zegen zijn.