Balkenende verwees Groenink en Wellink door
DEN HAAG (ANP) - Premier Balkenende heeft begin dit jaar een verzoek om een gesprek van de toenmalige bestuursvoorzitter van ABN AMRO, Rijkman Groenink, en president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) over de situatie rond ABN AMRO doorverwezen.
Binnen de overheid waren meer geëigende gesprekspartners de minister van Financiën en De Nederlandsche Bank, in de rol van toezichthouder. Om die reden adviseerde minister Bos van Financiën de premier niet op de uitnodiging van een van de betrokken partijen in te gaan.Volgens de minister van Financiën was het aan De Nederlandsche Bank en zijn ministerie om te oordelen over een nieuwe toekomst voor ABN AMRO. Balkenende verwees Groenink en Wellink vervolgens naar hen door.
Dat heeft de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) bevestigd naar aanleiding van berichtgeving in NRC Handelsblad van dinsdag. Volgens de RVD was voor Balkenende geen rol weggelegd om te oordelen over een nieuwe toekomst voor ABN AMRO, omdat de verantwoordelijkheid lag bij De Nederlandsche Bank en de minister van Financiën.
De Nederlandsche Bank wilde geen commentaar geven op de publicatie.
Volgens NRC Handelsblad vroegen Groenink en Wellink in maart een spoedaudiëntie aan bij Balkenende om vastgelopen fusieonderhandelingen met ING vlot te trekken en een dreigende opsplitsing van de bank af te wenden.
Volgens de RVD vroeg Balkenende destijds om advies over het verzoek bij de „eerstverantwoordelijke minister.” Maar de minister van Financiën „vond het niet verstandig om met een van de betrokken partijen te gaan spreken”, aldus de RVD.
Ten tijde van de biedingsstrijd om ABN AMRO kwam Wellink onder druk te staan nadat hij het bod van Fortis, Royal Bank of Scotland en Banco Santander „sterk risicoverhogend” had genoemd. De Europese Commissie zei kort daarop dat Nederland ieder bod op ABN AMRO op een „non-discriminatoire” wijze moest beoordelen. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) wilde daarop onderzocht hebben of DNB wel een onbevooroordeelde positie innam.