Dat hebben de wethouders en scholen uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht maandag afgesproken met staatssecretaris Van Bijsterveldt (Onderwijs).In de grote steden is de schooluitval het hoogst: met 9500 leerlingen die de school verlaten zonder minstens een mbo-diploma op niveau 2 te hebben behaald, nemen ze 17 procent van het totale aantal afhakers voor hun rekening. Daarom gaan juist deze steden extra hun best doen om mogelijke afvallers bij de les te houden.

Dat doen ze door beter bij te houden welke leerlingen veel verzuimen, wat vaak een voorbode is van uitval. Ook komt er meer zorg voor zwakke leerlingen en is er meer aandacht voor de overstap van vmbo naar het middelbaar beroepsonderwijs. Juist dan geven nogal wat scholieren er de brui aan.

Daarom heeft Van Bijsterveldt gisteren de ouders van 7000 leerlingen die na het vmbo niet verder zijn gaan leren een brief gestuurd. Daarin spoort ze ouders en leerlingen aan vooral een nieuwe opleiding te beginnen.

Het kabinet heeft tot 2011 jaarlijks 71 miljoen extra uitgetrokken om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Voor elke leerling die scholen binnenboord weten te houden, kunnen ze een premie van het ministerie van 2000 euro tegemoetzien.

De bedoeling is dat in 2012 het aantal afvallers vergeleken met 2002 is gehalveerd tot 35.000. Ondanks alle inspanningen liep het aantal voortijdige schoolverlaters de laatste jaren maar nauwelijks terug. In Rotterdam is het aantal uitvallers in het schooljaar 2006-2007 al met 10 procent gedaald, liet de gemeente gisteren weten.