Afghaanse brandweer leert blussen
WOENSDRECHT - Nederlandse militairen véchten niet alleen in Uruzgan, de luchtmacht leert ook de Afghaanse brandweer branden blussen. Wederopbouw vanaf Woensdrecht.
„Emergency, emergency. All stations emergency.” De oefencommandant op de vliegbasis Woensdrecht slaat alarm. Ergens is een „seven-three-seven” gecrasht. Vlammen schieten zo’n 15 tot 20 meter hoog uit het zwartgeblakerde toestel. Dikke rookwolken stijgen op.Drie crashtenders met elk 8000 liter water aan boord rukken uit naar de brandende Boeing. Een dikke waterstraal schiet door de lucht. De spuitgasten lopen zich het vuur uit de sloffen. „In twee minuten tijd moet het vuur gedoofd zijn en de romp gekoeld om de passagiers nog enige overlevingskans te geven”, verklaart majoor Erik de Laat, hoofd brandweeropleidingen.
Drie weken lang oefent een groep van tien Afghanen op de basis in Brabant. Woensdrecht krijgt drie lichtingen, in totaal dik dertig man, van de Afghaanse burgerbrandweer en een handvol stafleden van de ISAF Brandweerbrigade van Kabul International Airport. De Afghanen komen om hun vaardigheden voor de brandbestrijding van vliegtuigen bij te spijkeren. De training is noodzakelijk, wil de luchthaven van Kabul voldoen aan de eisen van de internationale luchtvaartorganisatie ICAO.
De normen zijn streng. Een luchthaven moet bijvoorbeeld beschikken over een goed geoutilleerd brandweerkorps dat binnen drie minuten op elke hoek van het vliegveld 24.800 liter water of schuim kan inzetten. Verder moet volgens ICAO-eisen 90 procent van een brandend vliegtuig in twee minuten geblust zijn. Met vier moderne crashtenders voldoet Kabul aan deze eisen.
De Afghanen missen echter praktijkervaring. „Ze hebben nog nooit vuur gezien”, aldus majoor De Laat. „Ook trainen ze nooit met perslucht in rook en hitte.” De opleiding van de Afghaanse brandweer is bovendien een ratjetoe. Verschillende groepen manschappen zijn door verschillende landen getraind. De ene groep werkt volgens de IJslandse tactiek, een tweede met een Duitse aanpak, een derde met een Engelse methode en de vierde met een Deense variant. De luchtmacht leert daarom, op verzoek van de ISAF, dertig Afghaanse spuitgasten blussen volgens de ICAO-eis.
Voor de wederopbouw van het land is de internationale luchthaven KAIA van groot belang. Buitenlandse luchtvaartmaatschappijen willen de Afghaanse hoofdstad alleen aandoen als het vliegveld werkt volgens internationale ICAO-normen. Denemarken heeft voor de training een crashtender beschikbaar gesteld, van hetzelfde type als in Kabul gebruikt wordt.
Woensdrecht beschikt over een geavanceerde brandoefenlocatie, met modellen van een F-16, een KDC-10, een Cougar-heli en een Boeing 737. De luchtmachtbrandweerkorpsen van Zwitserland, Duitsland en België oefenen elk jaar op de Brabantse basis.
De luchtmacht stookt de oefenplek met propaan. Blust een brandweerkorps onvoldoende, dan laaien de vlammen op.
Rap rennen de kleine Afghaanse mannen naar het smeulende toestel, perslucht op de rug. Aan boord bevinden zich nog passagiers. Twee mannen zetten een Altrexladder tegen de romp. Ze slepen het ”slachtoffer” onder de arm het vliegtuig uit en dumpen hem aan de rand van het oefenterrein. Even later volgt er nog een.
De cursisten leren snel, vertelt De Laat. „In eerste instantie blijven ze veel te ver bij het vuur vandaan. Daarnaast willen ze een voor een slachtoffers gaan redden. Nee, de Afghanen moeten leren het vuur dichter te naderen. Bovendien moeten ze eerst alle deuren van een gecrasht vliegtuig openen, zodat de rook en de hitte eruit kunnen. Dan de romp koelen. Daarmee ontstaat een levensreddende situatie voor álle passagiers.”
Het ISAF-project, kosten 200.000 euro, is erop gericht de Afghaanse brandweer uiteindelijk de taken van ISAF op de luchthavens over te laten nemen. Bovendien kunnen de brandweerlieden hun ervaring straks inzetten op een van de veertien andere vliegvelden in Afghanistan. Het op peil houden van de opgedane kennis moet nog worden geregeld.
De overkomst van brandweerlieden uit een islamitisch land vergt zo z’n eigen aanpak. Broodjes kroket moeten ineens bereid worden volgens halalvoorschrift. Verder is het onderkomen op de vliegbasis voorzien van een speciale gebedsruimte.
Erg strikt in de leer zijn de moslims niet. „Ze hebben hun traditionele gebedsdag op vrijdag verschoven naar zaterdag”, vertelt majoor De Laat. Ook de dagelijkse gebeden zijn opgeschort tot de avonduren. „Anders ging de training te lang duren.”