Consument

Dennentakken op tafel

Ook al eet ze vaak alleen, Sylvia Hendriksen (57) uit Nijmegen dekt altijd de tafel. „Een mooi laken of placemat, opgewreven bestek én natuurlijk een kaarsje aan.” Met haar disdekservice zorgt ze dat ook anderen van een mooi gedekte tafel kunnen eten. „Door de maaltijd mooi op te dienen laat je zien dat je je gasten waardeert.”

14 December 2007 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 05:22
Tafeldekken is volgens Sylvia Hendriksen een creatief proces. „Toen ik eens met m’n honden door het bos liep, lagen daar allemaal afgewaaide dennentakken; het had erg hard gewaaid. Ik heb die toen opgeraapt en als een waaier over de tafel gelegd.” Foto’s
Tafeldekken is volgens Sylvia Hendriksen een creatief proces. „Toen ik eens met m’n honden door het bos liep, lagen daar allemaal afgewaaide dennentakken; het had erg hard gewaaid. Ik heb die toen opgeraapt en als een waaier over de tafel gelegd.” Foto’s

Haar ossenbloedrode kast in de keuken puilt uit. De rest van haar serviezen staat in dozen in een schuur. Van ieder servies hield ze één bord achter. Die borden zitten in de mand die ze bij ieder intakegesprek met potentiële klanten meeneemt. „Ik heb zo ongeveer tien serviezen compleet, voor zo’n vijftig mensen. Van andere serviezen heb ik minder spullen, maar kan ik vaak wel weer het een met het ander combineren.”Het idee achter de disdekservice is in de praktijk geboren. „Ik ben dol op serviezen en had in een dolle bui het servies Volupté van Gien aangeschaft. Prachtig is dat. Met mooie, uitbundige bloemen. Maar ik ben zelf alleen en gebruikte dat servies zo weinig. Jammer gewoon. Toen een vriendin van me vertelde dat ze bij haar thuis een etentje voor 24 personen van haar tennisclub had, heb ik aangeboden de tafels te dekken. Toen ze uiteindelijk het resultaat zag, barstte ze in tranen uit. Zo mooi vond ze het.”

Sylvia Hendriksen besloot daarna, nu zo’n drie jaar geleden, ook andere mensen blij te gaan maken. Ze schafte verschillende serviezen, bestekcassettes en tafellakens aan, schreef zich in bij de Kamer van Koophandel en startte daarmee haar eigen disdekservice. Al snel kreeg ze haar eerste klanten. „Ik dek de tafel voor zowel bedrijven die een jubileum te vieren hebben of belangrijke gasten te eten krijgen als voor particulieren.” Zo kleedde ze twee tafels aan voor een echtpaar dat samen met de hele familie zijn 45-jarig huwelijk vierde. „Ik maakte een volwassenen- én een kindertafel, die bijna identiek waren, maar de kinderen hadden servies van Mepal.”

Ook vond ze het leuk toen ze door een moeder gevraagd werd een tafel te dekken voor haar dochter die achttien werd. „Ze mocht met haar vriendinnen heel chique dineren.” Voor een tuinfeest dat ze ooit verzorgde, kocht ze niet minder dan 100 meter glansstof om de tafels mee te bedekken. „Die lakens heb ik toen laten maken, bij een Afghaanse kleermaker. Keurig was het geworden.”

Toch blijft ze nog met het meeste plezier terugdenken aan haar eerste opdracht, voor de tennisclub. „Ik had daar toen helemaal de vrije hand. Dan kun je alles doen wat je zelf mooi vindt. Zo had ik een tafel gemaakt met zwart-wit als thema. Over de ene helft van de tafel had ik een zwart en over de andere helft van de tafel een wit laken gelegd. In het midden had ik een rol behang uitgerold, als loper.”

Creatief proces
Juist het op een creatieve manier bezig zijn trekt Sylvia Hendriksen in dit werk. „Zodra ik een opdracht krijg, begint het creatieve proces. Zo mocht ik een wildtafel maken, met mijn servies met jachttaferelen. Toen ik met m’n honden door het bos liep, lagen daar allemaal afgewaaide dennentakken, het had erg hard gewaaid. Ik heb die toen opgeraapt en als een waaier over de tafel gelegd. Tussen het serviesgoed zette ik een opgezet martertje. Dat gaf echt het karakter van de maaltijd goed weer.”

Het is volgens Sylvia Hendriksen belangrijk dat mensen zien dat er zorg is besteed aan het dekken van de tafel. Op iedere aangeklede tafel horen dan ook kaarsen én bijpassende bloemen. „Dat geeft de tafel iets feestelijks en dat hoort een maaltijd toch ook te zijn?”

Klanten kunnen vanaf vier personen voor de tafeldekservice boeken. Ze betalen voor vier personen 12,50 euro per persoon, vanaf vijf personen is het 10 euro per persoon. „Daar zitten dan de bloemen, de kaarsen en het gebruik van het serviesgoed bij in. Ook haal ik het servies na de maaltijd weer op. Klanten mogen het afspoelen. Maar afwassen doe ik graag zelf.” Het serviesgoed is ook alleen te huur. „Dan kunnen mensen het ophalen én weer terugbrengen.”

Het aankleden van een tafel gaat in overleg. „Ik ga altijd eerst naar de mensen toe mét mijn mand met serviesgoed. Dan kiezen we samen welk servies passend zou zijn. Ik laat dan ook zien hoe ik serviezen kan combineren. Kijk, dit bord met een rode rand past weer goed bij dat zwarte schaaltje.” Hebben klanten heel specifiek andere wensen, dan is dat ook bespreekbaar. „Maar als ik echt serviesgoed moet gaan aanschaffen, dan vraag ik daar wel een redelijke vergoeding extra voor.”

Op de dag dat de tafel eenmaal gedekt moet worden, werkt Hendriksen het liefst alleen. „Ik ben voor vier personen ongeveer een uur bezig. Natuurlijk mogen mensen tijdens het aankleden nog inspraak hebben, maar de basis is van mezelf.” Ook gebruikt ze het liefs alleen haar eigen materialen. „Ik had eens een mevrouw die haar taartplateau neerzette. Maar er was wel een stukje af. Dat vind ik dan echt jammer. Het haalt zo’n mooie gedekte tafel naar beneden.”

Workshops
Sylvia Hendriksen, die vroeger beheerder van onroerend goed was, heeft zich inmiddels helemaal op de disdekservice gericht. „Ik geef ook les op kinderkookschool De Kookberg in Ubbergen, sla steeds vaker zelf aan het koken als mensen daarom vragen én ik geef workshops tafeldekken. Vooral voor bedrijfsuitjes word ik nogal eens gevraagd, omdat mensen ook zelf aan de slag kunnen.”

Tijdens de workshop geeft ze ook achtergrondinformatie over het ontstaan van servies en bestek. „Dan vertel ik bijvoorbeeld dat pas vanaf de middeleeuwen mensen hier een vork gingen gebruiken. Het grootste deel van de wereldbevolking eet overigens nog altijd met de handen.”

Meer info: www.disdekservice.nl.


Mooier met molton

Sylvia Hendriksen maakt graag gebruik van de etiquette voor het aankleden van de tafel. „Daar mag je best van afwijken, maar de basis is toch wel belangrijk. Door gebruik te maken van die vaste regels toon je respect naar de mensen die bij je aan tafel zitten.”

Het aankleden van de tafel begint volgens de eigenaar van de disdekservice altijd met het neerleggen van een moltonkleed. „Het is allereerst bedoeld als bescherming van je tafel, het werkt geluiddempend, maar alles staat ook mooier op molton. Een tafel die is voorzien van een molton kleed voelt warmer en behaaglijker aan.”

Voor een feestelijk diner hoort een tafellaken eigenlijk op de grond te hangen. „Dat neemt de onrust van de stoelpoten weg én het staat chiquer.”

Om mooi te kunnen dekken moet de tafel per persoon zo’n 60 centimeter ruimte bieden. „Als je die ruimte niet hebt, is het handig om schuin te dekken. Dan zitten de mensen niet pal tegenover, maar schuin tegenover elkaar. Dan zit je elkaar minder in de weg.”

Na het tafelkleed volgen de onderborden. Sylvia Hendriksen: „Dat zet je neer zodat je als je het gebruikte serviesgoed weghaalt niet met een leeg vlak op tafel achter blijft.” De rest van het serviesgoed zet je erop, als je tenminste het eten op schalen op tafel zet. Plateservice, dus het eten in de keuken op het bord scheppen, wordt volgens de disdekspecialist ook steeds populairder en is vooral erg praktisch als de keuken niet al te ver van de eettafel verwijderd is. Hoe het bestek komt te liggen, is afhankelijk van de eigen voorkeur. „In Nederland gebruiken we vaak de Franse manier. Dat houdt in dat het mes rechts, en de vork links ligt. De dessertlepel (of -vork) moet met de steel naar rechts boven het bord.” Soms dekken restaurants op de Russische manier, dan ligt alle bestek aan de rechterkant naast het bord. „Maar dat is erg chic en wordt niet vaak gebruikt. Wel standaard is dat het bestek zo moet liggen dat de eter aan de buitenkant begint met pakken.”

De keuze om hol of bol te dekken, is ook persoonlijk. Bol, met de bolle kant van het bestek naar boven, is het chicst. „Dat werd vroeger in de betere kringen wel gedaan, omdat dan het monogram in het zilver beter te zien was. Maar ik hoorde laatst dat koningin Beatrix gewoon hol laat dekken, dus dat is ook prima.”

De glazen horen rechts boven het bord, maar bij weinig ruimte mogen ze ook boven het bestek. „Een glas voor water, een voor witte én een voor rode wijn kun je in een rij óf in een driehoek zetten.” Sylvia Hendriksen gebruikt voor het servet vaak dezelfde stof als het tafellaken. Daarin vouwt ze dan uit praktische overwegingen een papieren exemplaar. „Je kunt een heel simpele waaier maken door er in het midden een servetring of bijvoorbeeld een mooi stukje touw omheen te binden.”

Een kaarsje en wat bloemen erbij en de maaltijd kan beginnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer