Raadslid is professionele amateur
De werkdruk voor raadsleden is te hoog, zo bleek vorige week uit een CDA-onderzoek. Peter A. Otten van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Raadslid.nu pleitte zaterdag voor een hogere vergoeding en verdere professionalisering. Volgens Gerco Lock MSc en drs. Rein Zunderdorp is dat niet de oplossing. Zij zien meer in beter tijdmanagement en in meer besturen op hoofdlijnen.
Als oplossing voor de hoge werkdruk die gemeenteraadsleden ervaren, noemt Peter Otten: het koppelen van een hogere raadsvergoeding, kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering. Het is echter de vraag of deze drieslag de oplossing vormt.Dat het raadswerk veel tijd kost, wordt in onderzoek na onderzoek bevestigd. Maar de oplossing hiervoor moet niet alleen in externe factoren, zoals een hogere vergoeding, gezocht worden. Raadsleden moeten met name hun eigen functioneren kritisch evalueren.
Dat is in een politieke omgeving niet gemakkelijk. Het eigen gelijk wordt in de politieke arena doorgaans immers zonder enige twijfel gepresenteerd. Het is voor veel raadsleden dan ook moeilijk de eigen zwakten onder ogen te zien. Toch is dat de eerste stap die genomen moet worden bij het ontwikkelen van competenties.
Raadsleden kunnen dan bijvoorbeeld ontdekken dat het hun nogal eens ontbreekt aan goed timemanagement. Zo besteden zij doorgaans te veel tijd aan het lezen van vergaderstukken. Ook treden raadsleden ondanks het ingevoerde dualisme nog te vaak in onnodige details en bemoeien zij zich met de uitvoering van beleid. Raadsleden herkennen deze kritiekpunten wel, maar dan alleen met betrekking tot hun collega-raadsleden: een typische vorm van schuld afschuiven.
Als toverwoord voor de toekomst van het lokale bestuur wordt de term professionalisering de laatste jaren veelvuldig gebruikt. Op zichzelf is professionalisering ook nodig, maar daarbij is het wel van belang een juiste invulling te geven aan dit begrip.
Otten kleedt het raadslidmaatschap aan in de vorm van een professie, een beroepsgroep. De kwaliteit moet gewaarborgd worden en de basis daarvoor is naar zijn mening een hogere raadsvergoeding. Als de beloning hoger wordt, zullen ”betere” raadsleden zich aandienen en komt het vanzelf allemaal goed met de lokale politiek.
Maar is de gemeenteraad gebaat bij deze vorm van professionalisering? Want voor je het weet, leidt dit weer tot bureaucratische professionals: raadsleden die zo veel mogelijk stukken lezen om de concurrentie aan te kunnen met het ambtelijk apparaat. De raadsleden gaan zich nog meer bemoeien met de uitvoering van beleid in plaats van het kaders stellen en controleren.
De belangrijkste taak voor raadsleden ligt nog altijd op het gebied van de volksvertegenwoordiging. En op dat gebied moet professionalisering ook gezocht worden. Het uitbuiten van al aanwezige competenties staat hierin centraal. Raadsleden zijn vooruitgeschoven burgers die het geluid van de burger vertolken. Wij kennen in Nederland bewust een vorm van lokaal lekenbestuur. Dat moet ook vooral zo blijven, want juist als amateur kunnen raadsleden een vernieuwend geluid laten horen. Professionals heeft de gemeente genoeg in dienst, in de vorm van ambtenaren.
Welles-nietes
Wanneer raadsleden leren om professioneel te zijn als amateur, kan de werkdruk behoorlijk afnemen. Met name rondom het raadsdebat valt veel te leren. Het echte debatteren ontbreekt in veel gemeenten waar de lokale politiek is vervallen tot een tijdrovende welles-nietescultuur tussen raad en college. Raadsleden zijn er niet om de spelfouten in dossiers aan te wijzen. Zij moeten de politieke keuzeafwegingen vlijmscherp leren formuleren en daarop politiek bedrijven. Raadsleden moeten ook leren loslaten. Niet over ieder onderwerp hoeven zij hun mening klaar te hebben. Beperking tot kerndoelen kan juist het gehele beleid ten goede komen.
Raadsleden moeten het zelfbewustzijn bezitten om aan kritische zelfreflectie te doen. Dit kan namelijk leiden tot een professionelere houding binnen een beperkter aantal uren. Wanneer zij dan werkelijk in staat blijken te zijn om het belang van de burger te vertegenwoordigen, mogen zij ook best iets meer verdienen.
De auteurs zijn respectievelijk bestuurskundig adviseur bij Zunderdorp Beleidsadvies(&(Management en secretaris van het Forum voor Democratische Ontwikkeling.