Slechts veertien van de 27 EU–lidstaten hebben de nieuwe Europese regels opgenomen in hun eigen wetgeving. Groot–Brittannië, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië en Spanje moeten de regelgeving nog verwerken en lopen het risico dat ze door Europese rechters op het matje worden geroepen. De Europese Commissie zei dat consumenten zich in deze landen toch op Europese regelgeving kunnen beroepen en dat rechters ‘de gaten in de nationale regelgeving moeten dichten door de wetten in het licht van de nieuwe Europese regelgeving te interpreteren’.De nieuwe Europese regels zijn bijvoorbeeld gericht tegen adverteerders die klanten lokken met laaggeprijsde aanbiedingen maar geen ‘redelijke voorraden’ hebben of onterecht beweren dat een product maar voor een beperkte periode leverbaar is. Andere praktijken waar de EU een einde aan wil maken zijn:

– misleidende aanbiedingen waar na een eerste telefoontje of bezorgkosten nog steeds kosten aan zijn verbonden;

– advertorials waarvan het niet duidelijk is dat een bedrijf voor de inhoud heeft betaald om reclame te maken;

– nietbestaande prijzen of prijzen waarvoor de zogenaamde winnaar iets moet betalen om ze te mogen ophalen;

– alle advertenties in de media of op internet waarin kinderen bijvoorbeeld wordt verteld om producten ‘nu te kopen’ of aan hun moeder te vragen of die een bepaald product koopt.

Bovendien worden met de nieuwe regels bedrijven aangepakt die klanten rekeningen sturen voor producten die ze ongevraagd toegestuurd hebben gekregen. Piramidestructuren die alleen geld opleveren met het aantrekken van nieuwe klanten en niet met de verkoop van een product zijn vanaf woensdag ook verboden.