„Veel gif in groenten van Spar en C1000”
UTRECHT (ANP) - De supermarkten Spar en C1000 verkopen groenten die de meeste bestrijdingsmiddelen bevatten. Bij Albert Heijn en Plus gaan de schoonste groenten over de toonbank.
Dat concluderen diverse milieuorganisaties in de Groente & Fruitwijzer die ze dinsdag hebben gepresenteerd. De gids is te raadplegen via www.weetwatjeeet.nl.De koepelorganisatie van supermarkten CBL noemt de conclusies van de milieuorganisaties „laster.” Volgens het CBL is er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid van consumenten en proberen de milieuorganisaties de burgers onnodig bang te maken.
Consumenten kunnen via de Groente & Fruitwijzer achterhalen hoeveel bestrijdingsmiddelen groenten en fruit bevatten. Mandarijnen, druiven en appels bevatten volgens Natuur en Milieu, Milieudefensie en consumentenorganisatie Goede Waar en Co de meeste bestrijdingsmiddelen van alle fruitsoorten. Bij de groenten scoren paprika’s, aubergines en sla het slechtst. Volgens de organisaties speelt de herkomst van de groenten en fruit bij die slechte score een belangrijke rol. Met name de spullen uit Spanje blijken sterk behandeld met gif.
De milieuorganisaties geven de consument de tip groenten uit Nederland te kopen. Bij de teelt in eigen land wordt volgens de organisaties over het algemeen het minst gif gebruikt. Het is bovendien verstandig groenten te eten die bij het seizoen horen.
Volgens een woordvoerder van de organisaties blijft het ook bij die laatste stelregel belangrijk te letten op het land van herkomst. Druiven uit Zuid-Europa bijvoorbeeld bevatten over het algemeen veel gif, ook al worden ze in de nazomer en de herfst verkocht.
Volgens Marc Jansen, hoofd van de afdeling Consument en Veiligheid van het CBL, is alle groente en fruit die bij de supermarkten over de toonbank gaat absoluut veilig voor de volksgezondheid. Jansen erkent dat supermarkten soms de normen overschrijden, maar dat betekent volgens hem niet dat consumenten gevaar lopen.
Volgens de woordvoerder van de supermarkten is het zinloos om de organisaties voor de rechter te dagen, omdat zij zich kunnen beroepen op vrijheid van meningsuiting.