„Moslims in Gouda zijn niet verplicht museum te bezoeken”
GOUDA - Onder moslims in Gouda wordt verontwaardigd gereageerd op zijn inzet om de omstreden foto’s van Sooreh Hera in zijn museum ten toon te stellen. Toch is dat voor directeur Ranti Tjan van MuseumgoudA geen reden om de uitnodiging aan de Iraanse kunstenares af te blazen. „Vrijheid van godsdienst is een groot goed, maar vrijheid van expressie ook.”
Tjan weerspreekt berichten in de landelijke media dat hij bewaking heeft gekregen vanwege zijn uitnodiging aan kunstenares Sooreh Hera om haar omstreden foto’s in het Goudse museum tentoon te stellen. Op de foto’s dragen twee islamitische homoseksuele mannen maskers van de profeet Mohammed en zijn schoonzoon Ali.Bang voor reacties uit de islamitische hoek?
„Helemaal niet. Ik voel me niet onveilig.”
Is dat niet naïef?
„Nee, lijkt me niet. Nederland is een vreedzame samenleving, waarin iedereen volop de ruimte krijgt om met elkaar in discussie te gaan.”
Er zijn meer mensen die uit vrees voor islamitisch geweld beveiliging krijgen.
„De foto’s hangen er nog niet. Het enige wat ik heb laten weten is dat ik vind dat Sooreh Hera de mogelijkheid moet hebben te exposeren wat zij wil, eventueel in Gouda. Dat heb ik haar in een e-mail laten weten, min of meer als adhesiebetuiging nadat zij haar werk niet in Den Haag ten toon kon stellen.”
De moslims in Gouda zeggen gekwetst te zijn. Terecht?
„Ik vind het jammer als dat zo is. Het is belangrijk dat mensen op een plezierige manier met elkaar omgaan. Dat is de ene kant. De andere kant is dat kunst altijd iets provocerends in zich heeft. Dat mag. Het moet mogelijk blijven, vind ik, om aan de kleinst mogelijke minderheid in de samenleving een ruimte te bieden waar zij haar kleinst mogelijke mening vorm kan geven. De moslims in Gouda zijn niet verplicht erheen te gaan.”
Hebben kunstenaars het recht om te beledigen?
„Moeilijke vraag, moet ik eens een weekend over nadenken. Kunstenaars zoeken de grenzen op, dat is een gegeven. Mogen zij provoceren? Ja. Mogen zij beledigen? Dat weet ik niet. De precieze grenzen worden door de rechter bepaald. Er is vrijheid van expressie en meningsuiting. Dat is een groot goed, net als vrijheid van godsdienst.”
Uw collega van het Gemeentemuseum Den Haag heeft de foto’s geweigerd. Zwak?
„Ik begreep dat de relatie tussen hem en de kunstenares was verstoord. Dat speelt mee. Hij heeft zijn eigen opvattingen, ik de mijne. Ik vind dat kunst niet om politieke redenen mag worden afgewezen. In het Groninger Museum hing onlangs een foto van een crucifix die in urine was ondergedompeld. Dat vind ik onsmakelijk. Maar het kan wat mij betreft wel. Het hangt in een museum, niemand hoeft erheen.”
De drie moskeebesturen in Gouda roepen u op om af te zien van een expositie. Hoe reageert u op hun appel?
„Ik ken hun argumenten niet. Daarom kan ik er niets over zeggen. Ook heb ik nog geen definitieve afspraak met de Iraanse kunstenares. Ik heb haar zelfs nog niet gesproken. Exposeren van kunst in een museum hangt van veel factoren af. Is er ruimte in de agenda? Past de tentoonstelling in de context van het museum? Daarover moeten we eerst duidelijkheid krijgen.”