Een uur voor het slot van de beurzen in New York stonden de belangrijkste graadmeters op een verlies van ongeveer 2 procent. De Dow-Jonesindex van dertig toonaangevende fondsen noteerde 13.453 punten, een verlies van 274 punten ofwel 1,9 procent. De breed samengestelde S&P 500 en de schermenbeurs Nasdaq verloren respectievelijk 2,1 en 2 procent.Volgens analisten lijkt het erop dat de financiële markten toch stiekem hadden gerekend op een grotere renteverlaging van een half procentpunt. Een van de beleidsmakers van de Fed had daar ook voor gepleit, zo bleek uit de verklaring. Als enige stemde hij dinsdag tegen het besluit om de rente met een kwart procentpunt te verlagen.

Op Wall Street waren het dinsdag vooral financiële instellingen die het moesten ontgelden. Zo verloor de Amerikaanse bank Citigroup 4 procent van zijn marktwaarde. Deze bank heeft door de crisis op de kredietmarkten voor miljarden moeten afschrijven. Ook de bank JPMorgan Chase ging onderuit. Het aandeel van dit concern daalde 3,1 procent.

Het belangrijkste rentetarief in de VS staat nu op 4,25 procent. De renteverlaging is nodig om de Amerikaanse economie op stoom te houden. Met dat doel werd de rente in de VS dit jaar al twee keer eerder verlaagd, maar tot nu toe heeft dat weinig geholpen. Het wantrouwen tussen banken onderling is er nog steeds. Verschillende banken zijn door risicovolle investeringen in de Amerikaanse hypotheeksector in de problemen gekomen.

Het noodtarief waartegen banken bij de Fed geld kunnen lenen, ging dinsdag ook met een kwart procentpunt omlaag. Sommige economen waren ervan uitgegaan dat dit tarief met een half procentpunt zou dalen. Het besluit van de Fed geeft aan dat de groeivertraging in de Amerikaanse economie voorlopig nog niet op zijn einde is.