Bijna alle jongeren geven aan dat seksuele voorlichting vooral op school plaatsvindt (76 procent). Op de tweede plaats volgt voorlichting door ouders (55 procent). Christelijke jongeren krijgen vaker dan gemiddeld voorlichting van hun ouders. Desondanks vinden deze jongeren in hun kerk of in het gezin over het algemeen weinig openheid over seksualiteit. Uit het onderzoek blijkt dat zes op de tien jongeren in de kerk of in het gezin niet open over seksualiteit kunnen spreken.Veel jongeren gebruiken internet om porno te bekijken. Ruim een op de tien jongeren heeft ervaring met het verrichten van seksuele handelingen voor de webcam of het ontkleden van zichzelf voor dat apparaat. Een op de vijf jongeren heeft wel eens een seksuele handeling tegen zijn of haar wil verricht. Dit komt bij meisjes (30 procent) meer voor dan bij jongens (7 procent).

Volgens het EO-onderzoek liegen christelijke jongeren vaker dan niet-christelijke jongeren op de vraag of ze al geslachtsgemeenschap hebben gehad. Van alle jongeren ontkent 17 procent dat hij geslachtsgemeenschap heeft gehad, terwijl dat bij doorvragen wel zo is. Onder christelijke jongeren ligt dat percentage met 24 procent iets hoger.

Bijna een op de drie jongeren reageert instemmend op de stelling dat je geen liefde voor iemand hoeft te voelen om er geslachtsgemeenschap mee te hebben. Een op de drie christelijke jongeren denkt niet dat de Bijbel het verbiedt om voor het huwelijk geslachtsgemeenschap te hebben. Van de EO-leden meent daarentegen slechts 7 procent dat dit volgens de Bijbel is toegestaan.

De omroep heeft het onderzoek verricht naar aanleiding van het EO-programma ”40 dagen zonder seks”, dat vanaf januari wordt uitgezonden. Zeven jongeren doen voor dat programma veertig dagen aan seksuele onthouding om zich in die periode te bezinnen op liefde, trouw en intimiteit.