Cultuur van oordopjes
Het fietspad is smal en het is onmogelijk de jongen voor me in te halen. Als hij iets naar rechts gaat, moet het makkelijk kunnen. Mijn ’voorganger’ is zich van geen kwaad bewust en fietst rustig verder. Zelfs een belletje helpt niet. Op het geschikte moment zet ik de inhaalmanoeuvre in; waar mijn voorwiel langs kan, moet de rest ook maar doorheen kunnen. De jongen schrikt zichtbaar en stuurt naar rechts. In zijn oren zitten oordopjes.
In bus, tram en trein kom je ze ook tegen. Jongeren, die neervallen op hun zitplaats, hun voet op een stang of richel planten en zich in zichzelf keren. Zonder oog voor hun omgeving. Hun hoofd knikt, de schouders doen licht mee en hun oren klapwieken op het ritme van de beat. Zij absorberen cultuur, moderne cultuur weliswaar, maar toch cultuur. En ze zijn niet zo krenterig dat ze het voor zichzelf willen houden. Hoe klein de oordopjes ook zijn, ze weten een behoorlijk omgevingsgeluid te produceren. Hoe moet het er binnen die oorschelp, in de gehoorgang, aan toegaan?Onderzoek van TNO laat zien dat er elk jaar opnieuw zo’n 22.000 jongeren bij komen die gehoorschade oplopen ten gevolge van het bezoeken van een disco en het beluisteren van muziek via de mp3-speler of de iPod. Ook Amerikaanse onderzoekers hebben de effecten van de oordopjes gemeten. Een van de conclusies is dat gehoorschade optreedt, wanneer er langer dan negentig minuten naar harde muziek geluisterd wordt; dit is muziek die op 80 procent van het maximale volume wordt afgespeeld. Volgens een van de onderzoekers is het niet erg als dit eenmalig gebeurt, maar wanneer dit iedere dag weer plaatsheeft, zal het zeker gehoorschade tot gevolg hebben.
Muziekliefhebbers die langer dan vijf minuten muziek op het maximale volume afspelen, kunnen daarentegen onmiddellijk te maken krijgen met gehoorschade, aldus het onderzoek. Overigens maakt het niet uit naar welk soort muziek er geluisterd wordt. De 32-voetsbaspijpen van een orgel kunnen even ’gevaarlijk’ zijn als hardrock.
Maar zoals zo vaak zit ook hier het gevaar niet in het apparaat, de mp3 of de iPod, maar in de gebruiker. Want mensen die langere tijd naar muziek luisteren die wordt afgespeeld op een volume van 10 procent, hoeven geen gehoorschade te vrezen.
Was gehoorschade vroeger nog een klassieke beroepsziekte bij chauffeurs, fabrieksarbeiders, agrariërs, militairen en musici, nu dreigt er een volksziekte te ontstaan. Niet alleen voor jongeren. Want de leeftijd van ’oordoppers’ verschuift duidelijk zichtbaar. Ook grijzenden, kalenden en dikkeren -overwegend mannen dus- voegen zich bij hen. Zelfs in de eersteklas stiltecoupés heeft de oordop zijn intrede gedaan. Alleen blijft daar meestal het omgevingsgeluid achterwege. Omdat die 10 procent wordt aangehouden? Of omdat helemaal geen muziek wordt beluisterd. Het ”luisterboek” heeft voet aan de grond gekregen bij onze medereizigers. Tientallen, inmiddels misschien honderden titels kun je luisterend tot je nemen. Het nieuwste fenomeen zijn hoorcolleges van meer of minder beroemde hoogleraren. Het is fluitje van een cent om dergelijke cd’s te kopen en vervolgens op iPod of mp3-speler te zetten. Reistijd kan op die manier ook nuttig worden besteed. Hoewel het een vraag is of ’ongebruikte’ tijd ook nutteloze tijd is. Rust kan heilzaam zijn, stilte zet de geest aan het denken.
Ik schrik ervan als een fietswiel linksachter mij tevoorschijn komt. Schielijk wijk ik uit naar rechts en strak voor zich kijkend passeert een fietser me. Onder het genot van Herman Pleij en Maarten van Rossem fiets ik door het stadsgewoel. De een belicht de donkere tijden van de middeleeuwen, de ander opent de gedachtewereld van Adolf Hitler. De mp3-speler staat niet te hard, dacht ik. Want gehoorschade kun je tenslotte ook oplopen door een gedreven hoogleraar.
opinie voetnoot (u490(Aad van Toor
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.