Kerk & religie

Besef

Dat staan van deze tollenaar was een eerbiedig besef van Gods hoogheid en Goddelijke majesteit. Het was het staan als een misdadiger, die zich schuldig kent en in erkenning daarvan naar een genadig vonnis uitziet. Maar och, men treedt maar toe zonder de minste indruk van Gods hoogheid en eigen onwaardigheid. Velen bidden niet alleen met open ogen, maar ook zonder die gestalte die de tollenaar had, met het neerslaan van de ogen naar de aarde ten teken van nietigheid en onwaardigheid.

10 December 2007 09:02Gewijzigd op 14 November 2020 05:21

Dat besef van onreinheid en walgelijkheid voor God, bij hoe velen is dit vreemd! Hoe weinigen kennen die gestalte, dat op de borst slaan van deze tollenaar, wat toonde dat verbroken en verbrijzeld zijn van zijn hart, het veroordelen van zichzelf en toestemmen van zijn strafwaardigheid. Zodat men zeggen moet: „Ik sta hier voor U als een schuldige, o God, en ben waardig om door U eeuwig verstoten te worden. Het doodsvonnis draag ik al in mijn boezem en mijn geweten beschuldigt mij, zodat ik zeggen moet: Verstoot U mij voor eeuwig, Gij zijt rechtvaardig.”Hoe staat het met het bidden? Het is waar, dit korte gebed: „O, God! wees mij zondaar genadig” heeft men snel in de mond, vooral als men in benauwdheid is. Maar, och, het is doorgaans mond- en lippenwerk.

Cornelis van Vollenhoven (”De waarheid in het binnenste”, 1759)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer