„Ik heb me altijd burgervader gevoeld”
KESTEREN - Een volbloed SGP’er noemt hij zichzelf niet. Toch is Frans Moree uit Kesteren ruim 37 jaar actief geweest voor de partij als raadslid, wethouder en (waarnemend) burgemeester. Deze maand legt hij het bijltje er definitief bij neer. „Als je 70 jaar bent, word je toch een stuk minder flexibel. Ik zit er niet meer op te wachten om er ’s avonds opuit te gaan.”
In december 2001 nam Moree afscheid als burgemeester van Kesteren. Als kroon op zijn werk ontving hij een koninklijke onderscheiding: ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Op dat moment had hij niet kunnen denken dat hij een maand later alweer op het pluche zou zitten.In januari vroeg de gemeente Zaltbommel de Betuwenaar om in te vallen als burgemeester in Zaltbommel. In 2003 en 2005 volgden respectievelijk de gemeenten Maasdriel en Culemborg en dit jaar deed opnieuw Maasdriel een beroep op hem. „Ik heb het met genoegen gedaan. Ik ken het Rivierengebied en de mensen. Bovendien is waarnemen heel ontspannen. Er wordt niet van je verwacht dat je nieuwe initiatieven ontplooit. Het is meer op de winkel passen.”
Vorige week nam de SGP’er afscheid van Maasdriel. „Een mooi moment om ermee te stoppen. Op mijn leeftijd ben je toch een stuk minder flexibel. Ik wil bovendien graag meer tijd vrijmaken voor andere bestuurlijke functies. Ik ben bestuurslid van de Nederlandse Bond van Boomkwekers, ik maak deel uit van het bestuur van een zorgorganisatie voor ouderen en ik ben voorzitter van de kerkenraad van de hervormde gemeente in Lienden.”
Echte burgervader
Moree vindt het lastig zichzelf te typeren. Weloverwogen kiest hij zijn woorden. „Ik vind het belangrijk om midden in de samenleving te staan. Wat dat betreft voel ik me een echte burgervader. In goede en in kwade dagen wil ik er zijn voor de bevolking. Mensen zeggen van mij dat ik goed kan luisteren. Het is goed om de tijd te nemen voor wat mensen beweegt. Daarnaast houd ik van strak vergaderen. Voor mij geen eindeloze sessies. Dat stellen de meeste gemeenteraadsleden wel op prijs, geloof ik.”
De geboren Nieuw-Beijerlander noemt zichzelf geen volbloed SGP’er. „Ik heb bijvoorbeeld grote moeite met het standpunt dat vrouwen geen volwaardig lid mogen worden van de partij. Ds. Abma zei altijd helder en duidelijk waar het op stond, maar ik krijg steeds meer het gevoel dat de SGP de laatste jaren te veel luistert naar haar achterban. Dat betreur ik in hoge mate. Er zijn naar mijn mening geen Bijbelse gronden om politiek lidmaatschap voor de vrouw af te wijzen. Het liefst zie ik dat het SGP-bestuur daar klip en klaar voor uit komt.”
Ruimte voor zijn christelijke principes was er in het Rivierengebied voldoende, geeft Moree aan. „In Kesteren kon ik mezelf zijn. In allerlei situaties heb ik geprobeerd om iets van mijn geloof naar voren te brengen, bijvoorbeeld door in speeches te zeggen dat we afhankelijk zijn van de zegen van God of door tijdens een raadsvergadering aandacht te vragen voor zondagsrust. Soms zorgde dat laatste landelijk voor problemen. Toen Kesteren besloot om dodenherdenking op zaterdag te houden in plaats van op zondag, kregen wij heel Nederland over ons heen.”
Zondagssport
Ook als waarnemer heeft Moree geen situaties meegemaakt waar hij een principieel moeilijke beslissing moest nemen. „De gemeentes wisten van tevoren hoe ik over bepaalde zaken dacht. Ik weigerde bijvoorbeeld om op zondag een opening bij te wonen. Dat respecteerden ze. Zo niet, dan zou ik op hun verzoek om in te vallen niet zijn ingegaan.”
In de achterliggende 37 jaar is er veel in de regio veranderd. „Gemeenten werken tegenwoordig meer samen dan vroeger. Ook is er meer aandacht voor openbare orde en veiligheid en zijn er veel woningen en bedrijventerreinen bijgekomen.”
Ook Moree is niet hetzelfde gebleven. „Ik ben milder geworden. Vroeger was ik geneigd om alles wat met sport te maken had, af te wijzen. Nu kijk ik daar genuanceerder tegenaan. Alles wat geen zondagssport is, geef ik de ruimte.”
De komende tijd hoopt de SGP’er meer tijd te hebben voor zijn hobby’s. „Mijn bestuurlijke functies vragen veel aandacht. Daarnaast houd ik veel van wandelen. Ik wil ook meer met mijn vrouw optrekken. Kesteren blijft mijn woonplaats. Ik voel me thuis in de Betuwe.”