Raadswerk is geen liefdewerk oud papier
De werkdruk voor raadsleden is te hoog, volgens een recent onderzoek van het CDA onder de eigen raadsleden. Peter A. Otten denkt dat de oplossing mede gevonden zou kunnen worden in het koppelen van een hogere raadsvergoeding aan kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering.
In de eerste plaats past hier een compliment voor het CDA om de resultaten van het onderzoek onder de eigen 1800 raadsleden te willen delen met allen die met hart en ziel verbonden zijn aan de lokale democratie. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Raadslid.nu zal de uitkomsten van het onderzoek dan ook graag betrekken in de eigen beleidsvorming en actieplannen voor de toekomst.Van belang is te onderkennen dat uit het onderzoek zichtbaar wordt dat langzamerhand geknaagd wordt aan de continuïteit van het lokale bestuur. Als de trend van de uitkomsten van het onderzoek doorzet, betekent dit dat raadsleden in toenemende mate met pijn en moeite een eerste termijn van vier jaar volmaken en daarna onmiddellijk afhaken. Om van het doorlopen van meerdere termijnen maar niet te spreken. De balans na vier jaar? Weg kennis, kunde, ervaring, geweten, historisch besef en wat dies meer zij.
Het is van belang dit tij te keren, zodat de raad zijn rol en functie als hoogste orgaan in de lokale democratische rechtsorde op kwalitatief voldoende niveau kan blijven invullen. Dit kan onder meer worden bereikt en verankerd door de volgende stappen te zetten:
- Verhoog de vergoeding. Waar het raadswerk door vele individuele leden wordt opgenomen en ingevuld vanuit een zeker idealisme -met een partijpolitiek programma als richtinggevend kader- mag idealisme niet verward worden met ”liefdewerk oud papier”. Raadswerk is intensief en vrijwillig maar niet vrijblijvend. Belangen worden groter, verantwoordelijkheden nemen toe. Dit dient in de eerste plaats tot uitdrukking te komen in een adequate vergoeding.
Professionaliteit
2. ”Voor wat hoort wat”. Op basis van een adequate vergoeding mag ook meer worden verwacht. Een betere vergoeding levert ook letterlijk meer financiële ruimte op om tijd te kunnen vrijmaken voor het raadswerk. Een euro kan maar één keer worden uitgegeven, maar ook maar één keer worden verdiend.
”Less is more”. Verlaag niet alleen het aantal raadszetels (zoals dit kabinet wil per 2011), maar verander tegelijkertijd ook de samenstelling van gemeenteraden. Een passende vergoeding zal ook een ander soort raadsleden aantrekken. Raden worden daardoor heterogener, bijvoorbeeld qua achtergrond, samenstelling, competentie en gemiddelde leeftijd. Ze weerspiegelen dan op betere wijze de lokale samenleving. Ook het geluid van ”de burger” wordt dan beter gehoord en begrepen. De kwaliteit van het werk neemt daardoor naar verwachting toe.
Werk aan kwaliteit en professionaliteit. Raden dienen zelf -daarbij geholpen door de griffie- meer middelen vrij te maken voor verbetering van kwaliteit en groei in professionalisme. Raden doen er ook goed aan hierin gezamenlijk als raad op te trekken. Het schept een band, werkt aan samenhang en bevordert continuïteit van bestuur. En daar was het mede allemaal om te doen.
De auteur is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Raadslid.nu en raadslid te Zeist.