Marktwerking niet goedkoper
Het vorige kabinet was ervan overtuigd dat door de vermarkting de zorg en de hulpverlening kwalitatief beter en goedkoper zouden worden. De burger, als consument en belastingbetaler, zou de winnaar zijn.
Landelijk is marktdenken geïntroduceerd in de thuiszorg en (delen van) het openbaar vervoer. In Brabant is onlangs ervaring opgedaan met de vermarkting van de jeugdzorg.In de jeugdzorg speelt het aspect dat de instellingen vaak relatief klein zijn. Klein hoeft niet nadelig te zijn. Een klein perifeer ziekenhuis kan goede resultaten leveren. Voor een bijzondere behandeling kun je vaak beter terecht in een groot academisch ziekenhuis. In de jeugdzorg is geen dure apparatuur nodig, dus telt hier geen schaalvoordeel.
Grote organisaties, vaak gefuseerde monsters, hebben als belangrijk nadeel dat er sprake is van een grote afstand tussen management en werkvloer. Groot is niet per definitie beter. Kwaliteit is in algemene zin niet gekoppeld aan groot.
Marktwerking kent een aantal voorwaarden waaraan de jeugdzorg deels niet kan en deels niet moet willen voldoen. Zo moeten er bijvoorbeeld veel concurrerende leveranciers zijn -wat samenwerking en ketenvorming bemoeilijkt- en de toetreding van nieuwe aanbieders moet gemakkelijk zijn.
Een andere voorwaarde is transparantie: klanten dienen goed geïnformeerd te zijn over de kwaliteit van de diensten die ze vinden en deze gemakkelijk kunnen vergelijken. Maar kwaliteit is in de jeugdzorg niet te reduceren tot één factor, maar een resultaat van een pakket van factoren. Die moet je dan allemaal apart gaan benoemen en meten.
Vertrouwen
Ook moet je zonder al te grote problemen gemakkelijk kunnen overstappen naar een andere aanbieder. Maar overstappen doorbreekt het moeizaam opgebouwde vertrouwen. Als je toch in de jeugdzorg aan de genoemde voorwaarden wilt voldoen, dan heeft dit veel ongewenste gevolgen.
Nog een bezwaar tegen marktdenken in de zorg- en welzijnssector is het ontstaan van overmatige bureaucratie. Bureaucratie als zodanig is een groot goed, het is het hart van onze rechtsstaat. Regels, procedures en formulieren beschermen de burgers tegen rechtsongelijkheid, corruptie en bestuurlijke willekeur.
Als je echter te veel tijd kwijt bent aan het invullen van formulieren of overleggen in plaats van dienstcontacten, dan is er sprake van overmatige bureaucratie. Creativiteit van hulpverleners wordt gesmoord in zorgplannen, protocollen en rapportages. Marktwerking is in de publieke sector beslist niet goedkoper. Dat is een fantasie van beleidsmakers. Zij hanteren een cirkelredenering. Ze denken dat het goedkoper is, bezuinigen en denken dan met minder geld uit te komen. Maar je hebt een grote bureaucratie nodig om het geheel nog te organiseren, te controleren en te evalueren. Zo wordt marktwerking juist duurder.
Kapitaalvernietiging
In de Miljoenennota 2008 zijn de ziekenhuizen voor 160 miljoen gekort als gevolg van de te verwachten marktwerking. Minister Hoogervorst, uit het vorige kabinet, sprak in de Tweede Kamer: „Ik wil marktwerking, maar ik blijf verantwoordelijk voor de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid.” Wat blijft er dan nog over voor de instelling? Het openbaar bestuur heeft alles onder controle.
Het is een ’markt’ die door de overheid volledig wordt beheerst en waar de overheid er alles aan doet om die greep te behouden. Men neigt dan te gaan beknibbelen op de salarissen. Kijk maar naar de gevolgen van de aanbestedingen bij bijvoorbeeld de thuiszorg en het streekvervoer. Het ontslag van professionals en het aantrekken van nieuw personeel leidt tot enorme kapitaalvernietiging. Bij het spreken over de financiële resultaten van de marktwerking worden deze zaken niet meegenomen.
Het is nu zover dat instellingen 10 tot 15 procent reserveren om de gevolgen van de marktwerking te kunnen opvangen. Jaarlijks worden aldus vele miljoenen aan de collectieve middelen onttrokken. Als we al die reserves optellen, kunnen we in één keer de staatsschuld aflossen.
De laatste tijd zien we een discussie over de ideologische en de publieke rol van de staat. De marktwerking in de publieke sector is op zijn retour. De Raad van State heeft twijfels, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bekritiseert openlijk het marktdenken. Kortom, het geloof in de marktwerking in de non-profitsector is weg.
Het allervoornaamste bezwaar tegen marktwerking is dat ze buitengewoon klantonvriendelijk is.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.