Natuurlijke afweer tegen aids ontdekt
Onderzoekers hebben donderdag aangekondigd dat ze de oorsprong hebben ontdekt van de natuurlijke immuniteit die bij sommige met HIV besmette mensen voorkomt dat ze aids krijgen. De ontdekking wordt vrijdag gepublieerd in het Amerikaanse wetenschappelijk tijdschrift Science.
De ontdekking volgde na vijftien jaar onderzoek van een team van Amerikaanse en Chinese wetenschappers van het Aaron Diamond centrum voor aidsonderzoek ADARC in New York. Zij slaagden erin een groep van drie eiwitten te isoleren, die ze alpha-1, -2 en -3 hebben genoemd, die in staat is de vermenigvuldiging van het virus te belemmeren en zo te voorkomen dat de besmetting zich tot aids ontwikkelt.
Onder wetenschappers was al sinds 1986 bekend dat bepaalde witte bloedlichaampjes van het immuunsysteem, de lymfcellen TCD8, stoffen kunnen aanmaken die de vermenigvuldiging van het aidsvirus belemmeren. Bij het kleine percentage met HIV besmette mensen die nog lang leven zonder aids te krijgen, blijken de TCD8 hoge concentraties van die stoffen te produceren. Maar wat die stoffen waren, was niet duidelijk.
Gemiddeld blijft maar 1 á 2 procent van de seropositieven aids bespaard. Maar uit een onderzoek van de universiteit van Manitoba in Kenia onder seropositieve prostituees is gebleken dat van hen zo’n 5 procent immuun voor aids was. Vermoedelijk is die natuurlijke afweer erfelijk.
De drie alpha-eiwitten van het ADARC zijn actief tegen alle stammen van het virus, waardoor ze geschikt zouden zijn voor behandelingen tegen HIV. De synthetische versie van de eiwitten, die in een laboratorium zijn gemaakt, blijken echter lang niet zo effectief als de natuurlijke, die tien tot twintig keer zo sterk zijn. De onderzoekers in New York proberen nu uit te vinden hoe ze de kracht van de synthetische alpha-eiwitten kunnen vergroten.