Nederland blijft bij landbouwstandpunt
Nederland houdt voorlopig stevig vast aan het standpunt dat er eerst een afspraak moet zijn over landbouwhervormingen in de EU alvorens het instemt met het toekennen van inkomenssteun aan de agrarische bevolking in Oost-Europa.
Staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken zei dit donderdag in Brussel. Hij acht het denkbaar dat premier Balkenende een voorbehoud laat aantekenen bij de uitkomst van de top eind oktober. Op die vergadering beslissen de vijftien regeringsleiders over de inzet bij de onderhandelingen met de aspirant-leden van de Unie over het betrokken dossier.
„Wij zullen niet akkoord gaan met fasering van de inkomenssteun voor de boeren in de nieuwe lidstaten zonder zicht op uitfasering van die betalingen voor alle boeren”, verklaarde de bewindsman. Hij benadrukte dat de beleidslijnen die vastgelegd zijn bij de vorming van het kabinet van CDA, LPF en VVD bepalend zijn. „Wij hebben geen aandrang afstand daarvan te nemen”, aldus Nicolaï.
In december moet het overleg met de kandidaat-landen zijn afgerond. Dan valt in Kopenhagen het definitieve besluit over hun toetreding. Nederland laat in het midden hoe het zich zal opstellen als er dan geen bevredigende oplossing is voor het probleempunt. Het heeft echter nog nooit gedreigd de uitbreiding van de EU met een veto te zullen blokkeren.
Vooralsnog trekt Nederland gezamenlijk op met Duitsland, Groot-Brittannië en Zweden. Er zijn echter signalen dat Duitsland aanstuurt op een onderling compromis met Frankrijk, dat fel tegenstander is van een beperking van de inkomenssteun. „Dat we gelijk hebben, wil niet zeggen dat we ook gelijk krijgen”, luidt het commentaar van Nicolaï op zo’n mogelijke deal.
Enkele weken geleden kondigde minister Veerman (Landbouw) op persoonlijk initiatief een koerswijziging aan. Die draai ontlokte in Den Haag echter zware kritiek. Afgelopen maandag bevestigde hij nog eens weer voluit het oorspronkelijke standpunt te zullen verdedigen.