„Doopsgezinden raken defaitisme kwijt”
De doopsgezinden raken hun defaitisme langzaam kwijt. In plaats van te accepteren dat het telkens minder wordt, wordt nu in de plaatselijke gemeenten gedacht aan opbouwen. Dat is volgens secretaris H. Stenvers van de Doopsgezinde Broederschap het gevolg van het twee jaar geleden begonnen vernieuwingsproces.
In november 2000 presenteerde het nieuwe bestuur de contourennota Het verhaal, de plek en de mensen. Daarin ontvouwde het bestuur plannen om van de 125 gemeenten „vitale geloofsgemeenschappen te maken die zinvol werkzaam zijn in de wereld”.
Die omslag in het denken merk je in veel gemeenten, zegt Stenvers. Dat uit zich nog niet in een stijging van het ledental. In een bijlage van de nota stelde het bestuur dat het aantal doopsgezinden in tien jaar tot 25.000 zou moeten stijgen. Sinds 1950 is het ledental gedaald van 40.000 tot minder dan 12.000, van wie ruim 60 procent ouder dan zestig jaar is.
„Ik denk niet dat de doopsgezinden heel groot zullen groeien”, zegt Stenvers nu. De boodschap „is ook niet simpel”, verklaart hij. Persoonlijke geloofsbelijdenis, vredesgetuigenis en de nadruk op leer én leven vormen de kernpunten. Wat de doopsgezinde identiteit precies inhoudt, ligt ook niet vast in beginselverklaringen of belijdenissen. Maar in bijeenkomsten is hem duidelijk geworden dat de meeste gemeenten echt wel weten waarover het om gaat in het doperse geloof.
Het bestuur koos onlangs negen beleidsdoelen waaraan de komende jaren wordt gewerkt. Hoogste prioriteit hebben het profileren van het geloofsgoed, het vitaliseren van het gemeenteleven en betere toerusting van predikanten.
In het kader hiervan komt er ook een nieuw logo, twee rondjes die elkaar deels overlappen. Het bovenste is geel (het verhaal), het onderste is blauw (de mensen) en het overlappende deel is groen (de plek, dat wil zeggen de gemeente).
Het oude logo werd gevormd door een zon en een lam, een verwijzing naar de Doopsgezinde Gemeenten ’de Zon’ en ’bij ’t Lam’ in Amsterdam, die zich in 1801 na jarenlange onenigheid verenigden. Dat logo legde te veel nadruk op Amsterdam terwijl we een landelijk organisatie zijn, zegt Stenvers. „Bovendien zijn we toe aan iets nieuws. De broederschap heeft behoefte aan nieuwe uitstraling.”