Meningen die repliek verdienen
”Dagboek van een slecht jaar” heet de nieuwe roman van J. M. Coetzee. Daarin biedt de auteur meer dan de bundeling van een aantal visies op de mens en zijn houding tegenover God, de cultuur en de medemens. Door drie vertellagen te hanteren, geeft hij de lezer volop ruimte om de discussie voort te zetten.
De nieuwe roman van de in het Australische Adelaide wonende Zuid-Afrikaanse schrijver J. M. Coetzee is een hoogst merkwaardig boek. Op iedere bladzijde staan drie verschillende teksten. Een verzameling beschouwingen over zeer uiteenlopende onderwerpen zoals ”Intelligent Design” (tegen een evolutieleer die van toeval uitgaat), ”het slachten van dieren”, ”kinderen” en ”het hiernamaals” vormt de hoofdtekst. Daar begint iedere bladzijde mee.Daaronder bevindt zich een kleinere tekst van de schrijver van deze beschouwingen die vertelt dat hij een uitermate aantrekkelijke vrouw heeft weten te strikken om zijn handgeschreven teksten uit te tikken.
Onder de tweede tekst zien we de derde tekst waarin deze vrouw, Anya geheten, aan het woord komt. Zij geeft commentaar op de beschouwingen van haar opdrachtgever en denkt na over zijn manier van doen. Tevens geeft Anya in de derde tekstlaag weer hoe haar minnaar Alan op de schrijver van tekstlaag één en de mens achter de schrijver van tekstlaag twee reageert.
Al met al een ingewikkelde opbouw die mij meteen aan het begin al voor de vraag stelde of ik eerst de gehele eerste tekst zou lezen, daarna nummer twee en vervolgens de integrale tekst drie. Dat heb ik niet gedaan, omdat ik dan naar mijn gevoel iets wezenlijks zou missen. Iedere bladzijde passeerde dus in zijn geheel de revue. Ik denk dat ik daarmee de juiste keuze heb gemaakt. Bij de eerste tekst voegden zich steeds twee stoorzenders. Dat moet de bedoeling van de schrijver J. M. Coetzee zijn geweest.
Politieke ontwikkelingen
De schrijver presenteert zijn nieuwe roman als ”Dagboek van een slecht jaar”. Gezien de oogst aan gedachten over thema’s die de kern van onze hedendaagse cultuur raken is het helemaal geen slecht jaar. Misschien slaat de uitdrukking ”slecht jaar” op de negatieve verschijnselen die deze (in de roman duidelijk als oorspronkelijk uit Zuid-Afrika afkomstig getypeerde) schrijver waarneemt.
Vooral de opstellen over de politieke ontwikkelingen, in het bijzonder de oorlog in Irak, stemmen de schrijver pessimistisch. Ook het verdringen van de klassieke, Europese muziek als cultureel gemeengoed door de oorspronkelijk uit Afrika afkomstige ritmen van deze tijd betreurt hij ten zeerste.
Dat hij over een slecht jaar spreekt, kan ook te maken hebben met zijn onvermogen om in deze tijd een román te schrijven. De beschouwingen over van alles en nog wat zijn reuze interessant, maar tot een hecht episch bouwsel zijn zij niet te verenigen.
De laatste woorden van de schrijver van dit dagboek zijn gewijd aan de Russische schrijver Dostojevski, hoewel de dagboekauteur een andere mening vertegenwoordigt dan Ivan uit Dostojevski’s ”De broers Karamazov”: „In tegenstelling tot Ivan geloof ik dat de grootste van alle bijdragen aan de politieke ethiek is gedaan door Jezus toen hij de gekwetsten en beledigden onder ons aanspoorde om de andere wang toe te keren, en daarmee de cyclus van wraak en vergelding doorbrak.”
Met het noemen van Dostojevski (en later ook Tolstoj) geeft de schrijver aan dat de Russische schrijvers de normen hebben gesteld waaraan elke „serieuze romanschrijver moeizaam moet zien te voldoen.” Het wachten is dus op een Dostojevski van de eenentwintigste eeuw. Noch Coetzee noch diens Australische alter ego voldoen aan deze norm.
Commentaar
Deze roman is meer dan de bundeling van een aantal visies op de mens en zijn houding tegenover God, de cultuur en de medemens. Door de tweede en de derde vertellaag komt er een soort dynamiek in het geheel, die voor de lezer de ruimte schept om zelf ook commentaar te geven op de uitgesproken meningen van de schrijver in de eerste vertellaag.
De tweede tekstlaag toont de ’eigenwijze’ schrijver als een mens van vlees en bloed. Hij gaat in zijn erotische verlangens niet over de schreef, maar erg verheffend is zijn gedrag richting Anya evenmin.
De echte discussieruimte over de opvattingen van de schrijver ontstaat in de vertellaag waarin Anya aan het woord is. Het aanvankelijke beeld van een beeldschone, wat dommige vrouw van gedeeltelijk Filipijnse afkomst maakt plaats voor de zekerheid dat we met een zeer sensitieve, verstandige vrouw te maken hebben. Anya’s zelfstandigheid laat haar de zwakke kanten van de beschouwingen van de schrijver zien. Haar vriend Alan, die in het dagelijks leven effectenhandelaar is, gaat heftig te keer tegen de schrijver, omdat hij meent dat die niet te vertrouwen is en omdat Alan in hem een gevaar voor het ultramoderne denken in de zin van een nieuwe wereldorde ziet. Door haar spitse vragen laat Anya de tekortkomingen van Alans visie op de wereld zien.
Discussie
Het is aan de kritische rol van Anya te danken dat ik deze roman met veel belangstelling heb gelezen. Door haar ontstaat er een discussieruimte waarin je de schrijver verder kunt ondervragen en waarin je een eigen mening formuleert, zodat je zelfs geneigd bent om de discussie in je eigen menselijke kring van geliefden en vrienden voort te zetten. Ik heb inderdaad de daad bij het woord gevoegd en Coetzee bij meerdere gelegenheden ter discussie gesteld.
Dit is een lastig boek dat ik met veel winst heb gelezen.
N.a.v. ”Dagboek van een slecht jaar”, door J. M. Coetzee; vert. Peter Bergsma; uitg. Cossee, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 5936 1690; 191 blz.; € 22,90.