Dat zei docent missiologie en oecumenica drs. C. J. Haak woensdagmorgen in de Bovenkerk van Kampen. Woensdag werd de jaarlijkse schooldag van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) gehouden. Het thema van de schooldag luidde ”De kerk wereldwijd”. Op diverse locaties in Kampen waren er samenkomsten waarin hoogleraren en docenten van de universiteit het thema belichtten.

Drs. Haak hield een toespraak over de buitenlandse contacten van de vrijgemaakten, onder de titel: ”With kisses - from Holland”. „Ons nationale kerkverband is nog niet echt ingesteld op de oecumene”, zei ds. Haak, die voormalig zendingspredikant is. „Op de synode worden de buitenlandse gasten alleen begroet, zonder dat ze wezenlijke inbreng hebben. Vergeleken met de Synode van Dordt komen deze buitenlandse broeders maar matig in het vizier.”

Ds. Haak wil de bestaande International Conference of Reformed Churches (ICRC) opwaarderen tot een internationale gereformeerd-presbyteriaanse synode of concilie, met een eigen budget, een eigen bureau en eigen bevoegdheden, bijvoorbeeld voor het plaatsen van zendingsmedewerkers. „Eerst moeten wij wel definitief breken met onze paternalistische houding om zendingskerken van dienst te zijn zonder hen daarin te betrekken”, meent ds. Haak.

Concreet denkt de missioloog dan aan de herverdeling van goederen. „Oecumene betekent dat ons geld hun geld is, onze kennis hun kennis, onze dominees hun dominees en onze universiteit ook die van hen.” Ook bepleit ds. Haak een uitwisseling van mensen: „Onze predikanten krijgen een plaats in de derde wereld, terwijl Aziaten en Afrikanen hier komen doceren, bijvoorbeeld over wat kerk-zijn in de verdrukking betekent.”

Prof. dr. B. Kamphuis, hoogleraar systematische theologie, stelde in zijn toespraak ”Voor alle mensen” de vragen rond alverzoening en algemene verzoening aan de orde. Daarbij refereerde hij aan de afgelopen synode in Zuidhorn, die bezwaren behandelde tegen het Liedboek. Er zouden liederen in staan waarin de alverzoening geleerd wordt. Prof. Kamphuis wilde antwoord geven op de vraag of dit een barthiaanse invloed is. Volgens prof. Kamphuis stelde Barth het verlossingswerk en de overwinning van Christus zo centraal, dat de realiteit van de zonde verdwijnt en de macht van het kwaad niet serieus genomen wordt. „Het komt er op aan om in Christus te geloven, anders sta je nog buiten Zijn overwinning. De Bijbel leert noch een alverzoening op zijn barthiaans, noch een algemene verzoening op zijn remonstrants. Ook hedendaagse evangelische christenen stellen de keus van het geloof zo centraal, dat God daar pijnlijk afhankelijk van wordt.”

Met de bekende dogmaticus H. Bavinck onderstreepte Kamphuis de „katholiciteit van het christendom.” „Omdat het Evangelie wereldwijd is, is ook de kerk wereldwijd.”

In het universiteitsgebouw aan de Broederweg konden belangstellenden minicolleges deelnemen. Michel Johner, docent ethiek en pastorale theologie in het Franse Aix-en-Provence, gaf in een van die colleges een historisch overzicht van het protestantisme in Frankrijk. In de Franssprekende wereld is volgens Johner na de 16e eeuw geen reformatorische stroming meer geweest, maar slechts enkele individuele theologen. Volgens de docent is er thans wel een nog steeds groeiende evangelische groepering.

De organisatie van de schooldag probeerde met eigentijdse vormen ook de vrijgemaakte jeugd naar Kampen te trekken. Behalve de gezinssamenkomst in sporthal ”De Reeve” was er in een tent een aparte jeugdbijeenkomst, met praise en een band, afgewisseld door professioneel drama.

Dit jaar was er een novum op de schooldag: onder leiding van drs. Haak werd in de Nieuwe Kerk voor het eerst een „interactieve samenkomst” gehouden. In de kerk waren microfoons opgesteld zodat het publiek kon reageren op een aantal stellingen, om dan uiteindelijk met een groene of rode kaart voor of tegen te stemmen.

Op het podium was een forum samengesteld met ds. A. de Jager, voorzitter van deputaatschap betrekkingen buitenlandse kerken (BBK), ds. H. Folkerts, docent aan het Theologisch Seminarie in Congo, en M. van Hulst van ”De Verre Naaste”. De eerste stelling luidde: „Onze Theologische Universiteit mist een docent uit de derde wereld.” In zijn pleidooi voor deze stelling stelde Haak dat alle aanstaande predikanten tijdens hun opleiding niet via een zendeling maar rechtstreeks uit de eerste hand kennis van de situatie in de derde wereld moesten opdoen. Ds. Haak meent dat een student theologie in deze tijd onmogelijk alleen op eigen nationale gereformeerde kring gericht kan zijn. Bij de stemming bleek een overgrote meerderheid voorstander te zijn.

De stelling „Wij zijn toe aan een internationale gereformeerd-presbyteriaanse synode” ontlokte veel reacties. Ds. De Jager: „Als de besluitvorming in de nationale synode al zo veel hangen en wurgen oplevert, hoe moet dat dan internationaal wel niet gaan?” Een Koreaanse student pleitte voor loslating van de term ”gereformeerd-presbyteriaans”. „Waarom niet gewoon algemeen christelijk?” Bij de stemming bleek dat een overgrote meerderheid geen voorstander van de stelling was.