Nog niet eerder waren bij overleg tussen de twee Aziatische grootmachten, die 35 jaar geleden diplomatieke betrekkingen aangingen, zo veel kabinetsleden aanwezig.„We intensiveren de dialoog op een erg hoog politiek niveau”, zei een woordvoerder van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Er werden slechts twee bescheiden overeenkomsten gesloten: een Japanse lening aan China voor omgerekend 285 miljoen euro en een verdrag om de uitleveringsprocedures tussen de landen te vereenvoudigen.

Het feit dat de gesprekken plaatshebben is belangrijker dan de uitkomst. Het overleg toont de nieuwe bereidheid van de landen om netelige kwesties, zoals het betwiste eigendom van een gasveld in de Oost-Chinese Zee en ander gebied, achter zich te laten. De Japanse en de Chinese premiers hadden de afgelopen weken een hartelijke ontmoeting in Singapore en Chinese marineschepen meerden voor het eerst aan in een Japanse haven. De snelle economische ontwikkeling van China vormt geen bedreiging voor Japan maar een kans, zei de Chinese vicepremier Zeng Peiyan bij de opening van het middagoverleg.

Niettemin blijven veel kwesties onopgelost. De Chinezen denken nog met bitterheid terug aan de vaak wrede Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De grootmachten betwisten elkaar traditioneel de invloed in Oost-Azië. Het valt nog te bezien in hoeverre de ontdooiing van de betrekkingen cosmetisch is en in hoeverre substantieel.