Van Middelkoop: Zwaar beroep op krijgsmacht
DEN HAAG (ANP) – De verlengde missie in Uruzgan zal veel vergen van de Nederlandse krijgsmacht. Dat geldt zowel voor de mensen als voor het materieel. Maar de missie valt binnen het ambitieniveau dat de politiek van de krijgsmacht vraagt. „We kunnen het dus aan".
Dat zei minister Van Middelkoop (Defensie) vrijdag na het kabinetsbesluit om de Nederlandse troepen tot eind 2010 in Uruzgan te houden. Het aantal manschappen wordt met een paar honderd teruggebracht tot ongeveer 1350 tot 1450 militairen. Eenvoudig zal de missie volgens de bewindsman niet zijn. „De risico’s zijn en blijven aanzienlijk".Van Middelkoop heeft de garantie gekregen dat het voortzetten van de missie de instandhouding van de krijgsmacht op de langere termijn niet in gevaar mag brengen. Voor de ernstige slijtage van het materieel wordt extra geld gereserveerd. In totaal kost de missie volgens hem enkele tientallen miljoenen minder dan de lopende missie.
Zowel Australië als de Amerikanen zullen hun bijdragen in Uruzgan ook voortzetten na 1 augustus 2008. Nederland blijft de leidende natie, maar is ook nog in gesprek met twee andere landen. Van Middelkoop wilde om politieke redenen niet zeggen welke dat zijn.
Andere landen zoals Frankrijk, Tsjechië, Hongarije, Slowakijke en Georgië hebben Nederland toezeggingen gedaan om manschappen te leveren. Maar volgens minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) is hier nog geen concrete invulling van te geven, omdat dit ook afhangt van de politieke besluitvorming in deze landen.
Nederland zal het aantal F–16–jachtvliegtuigen die nu vanuit Kandahar actief zijn in heel Afghanistan, terugbrengen van zes naar vier. De huidige vijf Apache–gevechtshelikopters blijven gehandhaafd.