Binnenland

Marineschip neemt eigen haven mee

DEN HELDER - Een mijlpaal voor de marine. De Johan de Witt stoomt vanaf vrijdag als Harer Majesteits (Hr. Ms.) de wereldzeeën over. Het schip neemt zijn eigen haven mee.

30 November 2007 10:35Gewijzigd op 14 November 2020 05:20
DEN HELDER – Het amfibisch transportschip Johan de Witt is vrijdag officieel in gebruik genomen. Het schip moet 555 manschappen dertig dagen lang geheel zelfstandig kunnen herbergen. De marine heeft aan boord plaats voor 32 Leopard 2 tanks of ongeveer 90
DEN HELDER – Het amfibisch transportschip Johan de Witt is vrijdag officieel in gebruik genomen. Het schip moet 555 manschappen dertig dagen lang geheel zelfstandig kunnen herbergen. De marine heeft aan boord plaats voor 32 Leopard 2 tanks of ongeveer 90

De oorlogsbodem ligt voor de wal in Den Helder. Groot, grijs, robuust. Het amfibische transportschip is vernoemd naar de bekende raadspensionaris Johan de Witt, een van de oprichters van het Korps Mariniers.Het reusachtige schip is vanmiddag in aanwezigheid van de vrouw van premier Balkenende, staatssecretaris Van der Knaap en de commandant der zeestrijdkrachten Zuiderwijk in gebruik genomen. De ceremonie had plaats in de helihangar op het schip. De L801 draagt nu het predicaat koninklijk.

Het schip is daarmee niet langer overal welkom. „De Johan de Witt was tot vandaag een gewoon motorschip. Vanaf nu is het officieel een oorlogsschip en moeten we toestemming vragen om territoriale wateren binnen te varen”, verklaart luitenant ter zee M. Hilbrandie. „Da’s een stuk lastiger.”

De Johan de Witt is met een waterverplaatsing van 16.500 ton en een diepgang van 5,6 meter het grootste oorlogsschip van de marine. De varende transportreus (176,5 meter lang, 29,2 meter breed) is nog een maatje groter dan het zusterschip de Hr. Ms. Rotterdam, dat in april 1998 in de vaart is genomen. Het dok is korter en breder, waardoor ook landingsvaartuigen uit Groot-Brittannië en de VS kunnen worden meegenomen.

Amfibische transportschepen zijn gebouwd om overal ter wereld manschappen en materieel aan land te zetten. Door miljoenen liters water in de ballasttanks te pompen, zakt de achterkant van het schip tot 4 meter naar beneden. Het inpandig dok aan de achterzijde stroomt vol water, waardoor landingsvaartuigen eenvoudig uit kunnen varen. Handig, zo’n eigen haven.

De Johan de Witt, een zogenaamd Landing Platform Dock (LPD), kan een compleet bataljon mariniers vervoeren. Het amfibische transportschip moet 555 manschappen dertig dagen lang geheel zelfstandig kunnen herbergen. Bovendien moet het bataljon, eenmaal afgezet aan land, nog voor tien dagen proviand hebben.

De ruimte aan boord moet dan ook wel groot zijn. De marine heeft aan boord plaats voor 32 Leopard 2-tanks of ongeveer 90 YPR-pantserrupsvoertuigen en Patriotluchtafweerraketten. Het schip neemt verschillende soorten landingsvaartuigen mee. Op het achterschip kunnen twee helikopters tegelijk landen. Het achterdek biedt ruimte aan zeven Lynxheli’s of zes NH-90’s. Ook de zware Chinook kan zonder problemen neerstrijken op het achterdek.

Bewapening is niet de sterkste kant van het amfibisch transportschip. De Johan de Witt is uitgerust met twee .30 mm Goalkeeper snelvuurkanonnen en tien Browning automatische mitrailleurs en een Mark 36 mortierafweersysteem op het dek. De Johan de Witt en de Rotterdam zijn ook niet gebouwd om deel te nemen aan gevechtshandelingen. Zo nodig beschermen fregatten, mijnenbestrijdingsvaartuigen, onderzeeboten, bevoorradingsschepen en hydrografische vaartuigen de transportvaartuigen.

Belangrijk doel van de amfibische transportschepen is de inzet bij internationale vredesoperaties en humanitaire missies. De Johan de Witt is daarom ingericht voor crisisbeheersingsoperaties, assistentie bij natuurrampen en evacuaties. Aan boord bevinden zich twee operatietafels, tien intensivecarebedden, behandelkamers en een noodhospitaal voor honderd patiënten. Het schip kan zich meten met elk regionaal ziekenhuis.

Het zusterschip, de Rotterdam, heeft zijn diensten bewezen tijdens maritieme operaties in Albanië (1999) en VN-operaties in Ethiopië en Eritrea (2000/2001) en in Liberia (2003/2004). Daarbij diende het als noodhospitaal voor VN-militairen. Voor de Johan de Witt wacht genoeg werk. Vorige week heeft de marine al deelgenomen aan de oefening Bright Archer voor de kust van Wales.

De Johan de Witt, gebouwd door de Schelde Groep in Vlissingen, is uitgerust met dieselelektrische voortstuwing. Dieselgeneratoren leveren energie aan de elektromotoren van de scheepsschroeven. Met deze voortstuwing kan het schip met lage snelheden varen. Dat kan nodig zijn bij het in- en ontschepen van landingsvaartuigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer