De afgelopen tijd is de strekking van een paar verklaringen uit het onderzoek naar de Decembermoorden naar buiten gesijpeld, die aangeven dat Bouterse in Fort Zeelandia was toen de executies plaatsvonden. Vijftien politieke tegenstanders van zijn regime werden daarbij doodgeschoten. Uit de verschillende getuigenissen, waarover verschillende media hebben bericht, valt ook op te maken dat de slachtoffers vlak daarvoor eerst aan de legerleider werden voorgeleid.Bouterse heeft zelf altijd ontkend dat hij in Fort Zeelandia was toen de executies plaatsvonden. Als de krijgsraad de getuigenverklaringen tegen hem echter betrouwbaar acht, is de kans zeker aanwezig dat de vroegere machthebber van Suriname wordt veroordeeld.

Een van de belangrijkste verklaringen is die van de inmiddels overleden vakbondsman Fred Derby. Hij is de enige tegenstander van Bouterse die destijds werd opgepakt, maar niet is doodgeschoten. Bouterse liet Derby uiteindelijk zonder opgaaf van redenen gaan.

De krijgsraad zal onder leiding van Cynthia Valstein–Montnor alle verklaringen die door de jaren heen in deze zaak zijn verzameld, tegen elkaar af moeten wegen, ook die van Bouterse. Die van de oud–legerleider komt er kort gezegd op neer dat hij tijdens de executies niet in het fort was en dat hij ook niet de opdracht voor de moorden heeft gegeven. Het regime van Bouterse stelde kort na het drama dat de mannen waren doodgeschoten, omdat ze probeerden te vluchten.

Met de nadering van de rechtszaak lijken de spanningen tussen het Bouterse–kamp en de regering flink op te lopen. De oud–bevelhebber noemde de huidige Surinaamse minister van Justitie Chan Santokhi een cocaïnehandelaar en beschuldigde president Ronald Venetiaan en zijn regering van diefstal en wanbeleid. Santokhi meldde vervolgens woensdag dat Bouterse onder meer met het oog op het begin van het proces, aanslagen in Suriname voorbereidt om het land zo te destabiliseren. De oud–legerleider zou uit zijn op een machtsovername van het land.