Dordts wijkproject haalt bewoners uit isolement
DORDRECHT - „We zijn heel blij met deze prijs. Het is een erkenning voor het werk dat hier wordt gedaan.” Opbouwwerker Aliek van den Berg uit Dordrecht geniet zichtbaar van de landelijke Movisie Diversiteitsprijs die haar buurtproject heeft gewonnen.
Tientallen vrijwilligers vierden woensdag een bescheiden feestje. Ze waren druk doende de prijs -een kunstwerk van een Marokkaans dorpje- een ereplaats in het buurtcentrum te geven. Het project van de wijk Crabbehof uit Dordrecht werd vorige week gekozen uit 38 inzendingen. De prijs is de bekroning voor enkele succesvolle projecten die in de wijk op touw zijn gezet. Centraal staat de opdracht onbereikbaren uit hun isolement te halen.Het is grijs en kil in de Dordtse wijk. Straten vernoemd naar illustere mannen als Kuyper, Thorbecke en Troelstra liggen er troosteloos bij. Flats van drie verdiepingen en eenvoudige laagbouwwoningen domineren de wijk, die rond 1960 uit de grond is gestampt. Crabbehof wordt bevolkt door 8000 mensen van 65 nationaliteiten en staat te boek als probleemwijk.
De cijfers die Van den Berg oplepelt, maken duidelijk waarom. De wijk telt twee keer meer inwoners met een laag inkomen, heeft 80 procent meer werkelozen en 50 procent meer allochtonen dan het plaatselijk gemiddelde, dat er toch al niet om liegt. Bovendien is de sociale samenhang in Crabbehof laag. „Het verloop is groot. Lege plaatsen worden opgevuld met probleemgevallen van elders.”
In die somberheid is buurtcentrum De Nieuwe Stoof een baken van licht en warmte. Het geldt als „huiskamer van de wijk” en maakt die naam volledig waar. Kinderen ravotten, buurtbewoners en vrijwilligers eten hun boterhammetje en wisselen nieuwtjes uit. Vrijwilliger Tilly Arends staat klaar om bij groenteboer Fred op het aanpalende pleintje waren op te halen die deze morgen niet verkocht zijn. Intussen worden winkelwagentjes met levensmiddelen binnengereden. „Die krijgen we gratis van de supermarkten in de wijk.” Groenten en levensmiddelen worden dagelijks -behalve ’s zondags- uitgedeeld aan dertig tot veertig bewoners die amper in hun eigen behoeften kunnen voorzien.
De voedselkraam staat model voor andere projecten. „Aanvankelijk schaamden mensen zich voor hun armoede. Inmiddels loopt ook de kledingkraam als een trein.” De kleding van veel Dordtenaren komt in Crabbehof terecht. „Elke dinsdag komen hier zo’n honderd klanten die voor 10 of 25 cent een mooie jas op de kop tikken.”
Een fietsenwerkplaats -opgezet door gepensioneerde fietsenmakers- is een ander project. Vrijwilligers repareren afgedankte rijwielen en verkopen ze voor een habbekrats. „Allochtone vrouwen komen zo op een simpele manier aan een fiets. Kunnen ze met hun kinderen een keertje naar het park.”
Volgens Van den Berg is het succes niet uit de lucht komen vallen. „We zijn jaren bezig contacten te leggen en hebben ons vooral op de vrouwen gericht. Als die zich geïsoleerd en onveilig voelen, loopt het mis in de gezinnen. De afgelopen jaren viel vooral het wangedrag van de peuters op. Als zij dat al voor elkaar krijgen, wat gebeurt er dan als het pubers worden? Je kunt nog zo veel investeren in de jeugd en werken aan taalachterstanden, het begint bij de opvoeding.”
Inmiddels zijn tientallen bewoners uit hun isolement gekomen. „Prachtig dat zij zich nu inzetten voor mensen die in dezelfde situatie verkeren als zij een paar jaar geleden.”
Als het aan de opbouwwerkster ligt, wordt het project voortgezet. Al dreigt ze met haar collega’s het slachtoffer te worden van het ’succes’. De prijs zorgt voor extra aandacht voor de wijk, die inmiddels op het lijstje van minister Vogelaar prijkt en minister Rouvoet al op bezoek heeft gehad. De ervaring leert dat bemoeienis van de politiek niet automatisch tot duurzame resultaten leidt. „Het heeft weinig zin nieuwe projecten te starten of zomaar geld beschikbaar te stellen. Het is belangrijk te versterken wat goed gaat. Wij zouden gebaat zijn met wat extra mankracht.”
De bezoekers van het buurtcentrum houden zich intussen met andere zaken bezig. Tilly Arends is terug van de groenteboer. Een Surinaamse vrouw laadt haar tas vol groente en fruit. Het diner voor ’s avonds is geregeld.