Geen algemene bijval voor ‘klokkenluider’ in EU
„De aanwijzingen zijn zo ernstig dat je niet mag wachten met ingrijpen.” Europarlementariër R. van Dam (ChristenUnie-SGP) neemt de berichten over gebreken in de boekhouding van de Europese Commissie hoog op. Zijn collega M. van Hulten (PvdA) daarentegen relativeert de zaak.
Brussel heeft een nieuwe ’klokkenluider’. In 1999 gaf de Nederlandse ambtenaar Paul van Buitenen met zijn onthullingen over fraude de aanzet tot de val van de Europese Commissie onder leiding van Santer. Thans zoekt de Spaanse Marta Andreasen de publiciteit met eveneens verhalen over misstanden. Zij beweert dat het boekhoudsysteem in de computers van het dagelijks bestuur van de EU zeer gevoelig is voor onregelmatigheden. Het gaat om de administratie van de uitgaven van de Unie, die jaarlijks bijna 100 miljoen euro omvatten.
Haar constateringen, die zij vorige week toelichtte tegenover de pers en die zij woensdag herhaalde tijdens een informele ontmoeting in Straatsburg met een aantal leden van het Europees Parlement (EP), zijn niet nieuw. De Europese Rekenkamer stelde, aan de hand van de resultaten van een onderzoek, in een tot nu toe vertrouwelijk conceptrapport hetzelfde vast. Aanstaande maandag komt de kwestie aan de orde tijdens een vergadering van de commissie begrotingscontrole van het EP.
De Rekenkamer legde in februari zijn analyse voor commentaar voor aan eurocommissaris Schreyer (Begrotingszaken). Een reactie van haar kant bleef uit, waardoor het document volgens de daarvoor geldende voorschriften nog steeds in een onvoltooide status verkeert. Van Dam: „Het meldt een dusdanig falen dat ik me afvraag of de betrokken instantie niet allang alarm had moeten slaan in plaats van de gebruikelijke procedure verder af te werken.”
Wat is er aan de hand? Ambtenaren kunnen in de ’kladboekhouding’ betalingen verwijderen of wijzigen zonder dat dit sporen nalaat, zonder dat zulke veranderingen dus later nog zichtbaar zijn. „Dat druist in tegen de meest elementaire regels van een goede financiële administratie. Als accountant zou je in zo’n situatie geen goedkeurende verklaring mogen verstrekken”, merkt Van Dam op.
Of er langs deze weg daadwerkelijk met belastinggeld van de burgers wordt geknoeid, laat de Rekenkamer in het midden. Het beantwoorden van die vraag was niet het doel van het onderzoek. Van Dam: „Je kunt op dit moment alleen concluderen dat er een potentieel risico op manipulaties bestaat.”
Terug naar Andreasen. Zij komt begin dit jaar bij de Europese Commissie in dienst. Schreyer haalt haar binnen om de boekhouding te beheren en problemen op dat terrein op te lossen. Eerder is zij bij een andere internationale organisatie, de OESO, uit haar functie ontheven wegens een verstoorde arbeidsrelatie. In Brussel raakt zij binnen korte tijd weer verzeild in een conflict.
Zij klopt al spoedig na haar aantreden aan bij haar chef, directeur-generaal Mingasson, daarna bij voorzitter Prodi en bij de Rekenkamer, om te attenderen op de door haar ontdekte mankementen. Voorgenomen wijzigingen per 2003 bieden volgens haar geen soelaas.
Zij vindt naar haar opvatting onvoldoende gehoor voor door haar bepleite onmiddellijke aanpassingen en besluit daarom met haar ervaringen en beschuldigingen naar buiten te treden. „Een elite van topambtenaren houdt de hoogst noodzakelijke herzieningen tegen”, luidt haar oordeel, zonder dat zij daarbij overigens bewijzen verschaft.
Haar bewuste loslippigheid valt helemaal verkeerd. De ruzie escaleert. In juni wordt Andreasen overgeplaatst. Eind augustus vaardigt commissaris Kinnock, die binnen het team van Prodi de eerste verantwoordelijkheid draagt voor het personeelsbeleid, een disciplinaire sanctie tegen haar uit in de vorm van een schorsing.
Na het voortijdig vertrek van de Commissie-Santer kondigde de Commissie-Prodi aan dat zij schoon schip zou maken. Illustreert het nu aanhangige dossier dat zij daarin tot nu toe niet afdoende is geslaagd? De visie van Van Dam daarop: „Misbruik van macht vormde de kern van de crisis in 1999. Er was sprake van vriendjespolitiek; de één schoof een bedrag toe aan de ander. Die gebeurtenissen bevorderden dat vervolgens de aandacht vooral uitging naar personen.
De zittende commissie is druk aan het werk gegaan om onrechtmatige financiële transacties in de intermenselijke verhoudingen te voorkomen. Kinnock zorgde er bijvoorbeeld voor dat de medewerkers binnen het EU-apparaat voortaan rouleren. Het draaide allemaal om de poppetjes. Blijkbaar werd vergeten het systeem dat de financiële stromen registreert door te lichten.”
Inmiddels is de zaak volledig in de partijpolitieke sfeer getrokken. De conservatieven in het Verenigd Koninkrijk grijpen haar aan voor een stevige aanval op Kinnock, vertegenwoordiger van Labour. De sociaal-democraten op hun beurt zien daarin aanleiding om hun geestverwant in bescherming te nemen. Europarlementariër Van Hulten verwerpt het verwijt dat hij de affaire bagatelliseert, maar hij benadrukt wel dat Andreasen zich voor de kar laat spannen van, zoals hij ze noemt, Britse en Deense eurosceptici.
Is deze mevrouw een tweede Van Buitenen? „Nee”, antwoordt de PvdA-afgevaardigde beslist. „Zij heeft geen concrete gevallen van vermeende fraude voorgelegd. Bovendien haalde Van Buitenen nieuwe feiten boven water, terwijl Andreasen voorlopig alleen reeds bekende kritiek op het geautomatiseerde boekhoudsysteem van de Commissie aandraagt.”
Van Hulten vindt het moeilijk om in te schatten of Brussel sinds 1999 meer had kunnen doen aan de modernisering van de administratie. „Die vraag keert terug bij de discussie over de kwijting over het jaar 2001, die aanvangt in november met de presentatie van het verslag van de Europese Rekenkamer over die periode en die wordt afgesloten met een debat en een resolutie in april 2003.”
Maandag is, zoals vermeld, het woord aan de commissie begrotingscontrole uit het Parlement. Van Dam en anderen zullen dan erop aandringen Andreasen uit te nodigen voor een gedachtewisseling. Zij willen graag nadere informatie en een deugdelijke onderbouwing en precisering van haar aantijgingen, want er rijzen tal van vragen rond haar beweringen. Vaag en te weinig concreet, zijn vooralsnog veel gehoorde kwalificaties.
De sociaal-democraten plaatsen kanttekeningen bij een verzoek om een overleg met de Spaanse accountant. Zij wijzen erop dat er een officieel arbeidsconflict is tussen haar en de Commissie. Het EP mag zich niet, zo betogen zij, met dat geschil bemoeien. „Dat zou principieel onjuist zijn”, zegt Van Hulten. Daaraan voegt hij toe: „Daarom lijkt het ons verstandiger om te wachten tot na de afronding van de disciplinaire procedure.”