De politie arresteerde dinsdag negen mensen. De afgelopen dagen zijn 82 politiemensen gewond geraakt, van wie 6 ernstig. Villiers-le-Bel was voor de derde nacht op rij het toneel van confrontaties tussen politie en gewelddadige relschoppers. Ook in de zuidelijke stad Toulouse gingen dinsdag tien auto’s en een bibliotheek in vlammen op.De politie stuurde dinsdag versterkingen naar de Parijse voorsteden om het geweld een halt toe te roepen. Er werden achttien arrestaties verricht en volgens premier François Fillon was de situatie dinsdagavond minder ernstig dan in de nacht ervoor.

Volgens de politievakbonden werd er op agenten geschoten. Onder de relschoppers waren „regelrechte stadsguerrillastrijders met conventionele wapens en met jachtwapens”, aldus Patrice Ribeiro, landelijk voorzitter van de politiebond Synergie. Zeker tien agenten werden getroffen door hagel of kogeltjes uit luchtdrukpistolen.

Premier Fillon heeft dinsdag met minister van Binnenlandse Zaken Michelle Alliot-Marie een bezoek gebracht aan Villiers-le-Bel. Hij zei de strijd niet te zullen opgeven.

Volgens sommige bronnen zijn de rellen ernstiger dan die van 2005. Zo schoten relschoppers met jachtgeweren met grove hagel op de oproerpolitie. „Enkele agenten werden in hun gezicht getroffen en bij sommigen gingen de kogeltjes rakelings langs hun ogen”, zei Alliot-Marie.

In 2005 sloeg de vlam in de pan in Clichy-sous-Bois, een randgemeente van Parijs. Net als nu was de aanleiding de dood van twee jongeren. De twee werden geëlektrocuteerd toen ze zich wilden verbergen voor de politie. De Franse overheid moest de noodtoestand afkondigen om het geweld te doen stoppen.

Ribeiro waarschuwde dinsdag dat de rellen van maandagnacht, gezien het gebruik van wapens, veel ernstiger waren dan de rellen van 2005. Toen vormde de dood van twee tieners, die op 27 oktober werden geëlektrocuteerd toen ze zich op hun vlucht voor de politie in een transformatorhuisje verstopten, de aanleiding tot wekenlange rellen in de arme Franse voorsteden, de banlieues. Het geweld liep destijds zo uit de hand dat de regering de noodtoestand uitriep.

Het oproer van de afgelopen dagen houdt verband met de dood van twee jongens van vijftien en zestien jaar van Noord-Afrikaanse origine. Zij botsten zondag in Villiers-le-Bel met een gestolen brommer bij een kruispunt op een politiewagen en kwamen om het leven. Volgens geruchten werden ze achterna gezeten door agenten, maar de politie zegt dat het een ongeluk was.

De Franse president Sarkozy houdt woensdag met enkele ministers en andere belangrijke medewerkers topoverleg over de rellen van de afgelopen dagen in voorsteden van Parijs. Een presidentiële woordvoerder zei dat Sarkozy woensdag met onder anderen premier Fillon, minister van Binnenlandse Zaken Alliot-Marie en minister van Justitie Dati spoedberaad houdt.

Sarkozy bezoekt woensdag ook een agent die bij de rellen ernstig gewond is geraakt. Ook zal hij de familie van de zondag overleden jongens ontvangen in het Elysée. Staatssecretaris van Stadszaken Fadela Amara bracht dinsdag al een bezoek aan de familie van de jongens. Zij verzekerde beide gezinnen dat Sarkozy „solidair was met hun verdriet en emoties.”

Sarkozy lijkt zich ten aanzien van de jongeren in de migrantenwijken verzoenender te willen opstellen dan tijdens de onlusten van 2005. Hij gooide toen als minister van Binnenlandse Zaken olie op het vuur door bij een bezoek aan een politiebureau de relschoppers als tuig te omschrijven.