Canonkaravaan start in Hoogeveen
HOOGEVEEN – In het Drentse Hoogeveen is dinsdag de zogeheten ”canonkaravaan” aan een rondreis door Nederland begonnen.
Ongeveer dertig kinderen gaven in de Brede School De ZuiderBreedte al zingend en dansend het startsein. De landelijke karavaan is een reeks conferenties over de cultuurhistorische canon voor het onderwijs en culturele instellingen. De komende maanden trekt de karavaan langs alle provincies en de vier grote steden.De lijst met vijftig onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis is opgesteld door een commissie onder leiding van prof. F. van Oostrom. De vijftig ”vensters” zijn in de eerste plaats bedoeld voor de basisschool en de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Maar ook volwassenen zouden meer met de canon kunnen doen, bleek dinsdag bij de aanvang van de middagbijeenkomst. De Hoogeveense wethouder onderwijs en cultuureducatie Bargeman moest het antwoord schuldig blijven op de vraag wie de gebroeders De Witt zijn. „Dramatisch”, reageerde de debatleider.
De canon begint met de Drentse hunebedden. Deze reusachtige, door mensenhanden gemaaktesteenformaties, liggen her en der verspreid in die provincie. „Combineer dit met geluiden die de hunebedbouwers mogelijk hebben gemaakt en je krijgt een prehistorische sensatie”, aldus Hein Klompmaker, directeur van het Hunebedcentrum in Borger.
„Geen saaie geschiedenislessen meer”, zegt de voormalige geschiedenisleraar Klompmaker. „Maak kinderen de detectives van de geschiedenis. Laat ze zich met historische figuren identificeren.”
„De meeste onderwerpen staan gewoon in de schoolboeken, maar het geheugen van de mens is een zeef”, meent Rob van der Vaart van de canoncommissie. „De canon is een hulpmiddel om de onderwerpen te laten hangen. ’t Is maar een kapstok. Natuurlijk is de canon geen krampachtige mal om een soort nationalistische geest te vormen.” Van der Vaart zou het goed vinden als schoolleidingen het initiatief namen om met de leraren over de canon te discussiëren. „Wat doen we met die canon? Praat daarover. Het moet bij de leraren beginnen.”