Geweldige verhalen over machtige mannen
„Spartans, prepare for glory!” Onder de bezielende leiding van Leonidas hebben 300 Spartaanse soldaten stand weten te houden tegen een ware hausse aan Perzen, die probeerden de nauwe pas bij Thermopylae te veroveren. Nu zijn zij echter, verraden door een landgenoot, ingesloten door het op wraak beluste Perzische leger. Onder de priemende blik van koning Xerxes sterven Leonidas en de zijnen een heldendood. Dit alles vakkundig en spectaculair vastgelegd in de meest recente kaskraker over de Oudheid: ”300”.
Het immense succes van deze film staat niet op zichzelf. Al eerder versloegen ”Troy”, ”The Odyssee” en ”Alexander” hun duizenden. Oude klassiekers zoals ”Ben Hur”, ”Quo vadis?” en ”I, Claudius” worden heruitgebracht, de documentaires over de klassieke oudheid zijn niet aan te slepen en de honger naar nieuw materiaal is onverzadigbaar. Hoe komt dat toch? Vanwaar die nimmer aflatende belangstelling voor de oude Grieken en Romeinen?Want niet alleen in de filmwereld is deze trend zichtbaar. Ook de boekenmarkt wordt overstelpt met publicaties en monografieën over klassieke thema’s zoals de opkomst van supermacht Rome, het conflict tussen Griekenland en het Nabije Oosten en het dagelijks leven van bijvoorbeeld kinderen in het Romeinse Rijk. Biografieën over de grote leiders van weleer gaan als warme broodjes over de toonbank. Het aantal vertalingen van antieke literatuur gaat gestaag door: Griekse tragedies, het complete overgeleverde werk van Aristoteles (niet gering…), Latijnse poëzie, relatief onbekend werk van oude geschiedschrijvers, het kan niet op. Bovendien is ook de belangstelling voor het filosofische gedachtegoed van Romeinen en (vooral) Grieken zichtbaar aan het groeien: hedendaagse denkers grijpen expliciet terug op hun illustere voorgangers uit het Europese zuiden en politieke opinieleiders schamen zich niet antieke bronnen voor hun karretje te spannen. Blijkbaar zijn de klassieken hot. Dit artikel wil een poging doen deze ontwikkelingen te voorzien van een voorzichtige duiding.
Grote leider
De charismatische figuur van Julius Caesar heeft altijd al tot de verbeelding gesproken. Zijn opkomst vanuit het ogenschijnlijke niets, het eclatante succes van zijn militaire verrichtingen en de geniale tact waarmee hij de hoogste positie binnen de Romeinse Republiek weet te bereiken en zelfs ombuigt naar absolute alleenheerschappij: het blijft een imponerend verhaal.
Toch was het zo’n vijftien jaar geleden not done om deze zaken breed uit te meten. De geschiedschrijving moest zich vooral bezighouden met onderzoek naar sociale verhoudingen, economische ontwikkelingen en het leven van gewone mensen. Het succesverhaal van Julius Caesar staat nu weer model voor het grootse en het meeslepende. Ja, het mag weer. De grote verhalen worden weer in ere hersteld. Men schaamt zich niet meer voor de behoefte aan een grote leider die orde op zaken stelt en strijdt voor de goede zaak, wat die dan ook mag inhouden. De inspirerende leider belichaamt het collectieve verlangen naar een rechtvaardige samenleving, waarin mensen (weer) met elkaar kunnen samenleven. Het individualisme wankelt op zijn grondvesten en lijkt zijn hoogtepunt voorbij.
Met bovenstaande beweging houdt de groeiende belangstelling voor politieke filosofie gelijke tred. Het is op zijn minst frappant dat de recente bundel ”Geografie van goed en kwaad” van Andreas Kinneging, bekend door zijn grote rol in de conservatieve beweging, binnen twee jaar maar liefst zeven drukken beleefde. Hij en ook de in Nederland bekende Amerikaanse hoogleraar Martha Nussbaum verwijzen in hun werk herhaaldelijk naar antieke filosofieën als inspiratiebron voor hun eigen denken. Ze tonen aan dat die in hoge mate relevant zijn voor het inrichten van een leefbare maatschappij hier en nu. Ook op dit punt lijkt de postmoderne suprematie van het subjectieve gelijk zijn tijd te hebben gehad. Er is weer behoefte aan kennis, aan wijsheid, aan waarheid. Het klassieke gedachtegoed van Socrates, Plato en Aristoteles, maar ook dat van de Stoa, blijkt opeens verrassend actueel te zijn in discussies over normen en waarden, over hoe je als goed mens kunt leven of over de verderfelijke invloed van de massa. Bepaald geen versleten denkbeelden.
Het is zelfs geen schande meer om te spreken over deugden, typisch een begrip uit het antieke denken over ethiek. Een deugdzaam iemand zal vanzelfsprekend ook deugdzaam handelen. Iemand die de deugd van de rechtvaardigheid mist kan vervallen tot het plegen van onrecht, in de eerste plaats tegenover zichzelf, maar zeker ook jegens zijn medemens. Een overheid dient daar oog voor te hebben en corrigerend of stimulerend op te treden. Allemaal noties die nu, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, steeds meer opgeld doen en, wellicht in andere bewoordingen, worden uitgedragen en verdedigd.
Christelijk geloof
De antieke cultuur was een heidense. De populariteit daarvan in hedendaagse cultuuruitingen is evident. Toch is in de periode van de klassieke oudheid ook het christendom opgekomen. Aan de herleving van de belangstelling voor de Vroege Kerk en de christelijke schrijvers uit die tijd is onlangs in deze krant een apart artikel gewijd. Het ligt voor de hand om beide ontwikkelingen te beschouwen in relatie tot elkaar. Helaas gebeurt dat nauwelijks. Het is zelfs zo dat Piet Gerbrandy in zijn recente overzicht van de Romeinse literatuur de kerkvaders bewust niet bespreekt. „Laat een ander het verhaal van die christelijke lijn vertellen”, zo schrijft hij in zijn voorwoord. Dat is natuurlijk erg flauw. Zeg dan gewoon dat je niets moet hebben van het christelijke geloof.
Geloof en cultuur zijn op elkaar betrokken. Zonneklaar blijkt dit uit de soms verhitte discussies over de ”islamisering” van Nederland. De angst zit diep. Het lukt steeds minder politici om correct te spreken over de onderhavige kwestie, al dan niet uitgelokt door collega-politici of op sensatie beluste journalisten. Ook filmmakers, romanschrijvers en publicisten spelen in op die latente angst voor vreemdelingen.
Neemt men Tom Hollands ”Perzisch vuur” ter hand, dan zal duidelijk worden dat ook hij hieraan refereert. Holland beweert dat dankzij de Griekse overwinning op de Perzen de westerse beschaving is gered. Je moet er toch niet aan denken dat de barbaarse Xerxes het voor het zeggen gekregen zou hebben? De Atheense democratie zou nooit van de grond gekomen zijn. Het zuiver rationele denken zou in de kiem zijn gesmoord. Er zou zelfs nooit zoiets als een West-Europese beschaving gekomen zijn. De hele wereld: gedoemd te blijven steken in primitief denken en leven. Een wel heel speculatieve voorstelling van zaken, maar wel koren op de molen van stemmingmakers die ons willen laten geloven dat alles wat uit het Oosten komt per definitie onbeschaafd is en slechts culturele achteruitgang betekent.
Manipulatie
Juist dat element is uitgebuit in de reeds genoemde film ”300”: de Perzen, voorgesteld met negroïde trekken (!), komen Sparta onderwerping eisen. Koning Leonidas, zogenaamd de belichaming van beschaafdheid en superioriteit, reageert met louter minachting en schopt de gezanten in een diepe put. Als hij vervolgens de pas verdedigt, schrikt hij er niet voor terug alle middelen in te zetten om zo veel mogelijk slachtoffers te maken onder de Perzische vijanden. Onderhandelen komt in zijn vocabulaire niet voor. Over beschaving gesproken. De regisseur stelt zijn ”helden” echter zo voor dat de kijker gedwongen wordt sympathie te koesteren voor de wrede slachtpartijen die de Spartanen op het slagveld aanrichten. En dan ook nog roepen: „Spartans, prepare for glory!” Je reinste manipulatie. Geen wonder dat de regering van Iran protest heeft aangetekend tegen vertoning van deze film.
De klassieke oudheid is op vele manieren een inspiratiebron. De een geniet voornamelijk van de geweldige verhalen over machtige mannen of laat zich meevoeren door bespiegelingen over het goede leven. De ander laaft zich aan de indrukwekkende literatuur die deze periode heeft voortgebracht. Weer een ander verwacht in zijn zoektocht naar waarheid en wijsheid bij de klassieken niet teleurgesteld te worden. Iedere cultuur gaat op haar eigen wijze om met het (verre) verleden.
Of het wat oplevert zal de tijd leren. In elk geval heeft de directe confrontatie met andere culturen ervoor gezorgd dat men zich bezint op de eigen wortels. En dat kan nooit kwaad.
Geld, macht, eer, status; Citaten uit bestsellers
„Op grond van de stelling dat emoties waardeoordelen zijn die aan dingen en mensen die iemand niet in de hand heeft, groot belang toekennen voor het welslagen van die persoon, betogen de stoïcijnen vervolgens dat al die oordelen onterecht zijn en dat we die zoveel mogelijk moeten loslaten. In laatste instantie verwerp ik deze simplistisch gestelde normatieve opvatting, al heeft deze ons volgens mij veel te bieden op het gebied van onverstandig gehecht zijn aan geld, eer en status.”
”De breekbaarheid van het goede. Geluk en ethiek in de Griekse filosofie en literatuur”, door Martha Nussbaum; vert. door Patty Adelaar; uitg. Ambo, Amsterdam, 2006; ISBN 978 90 263 1954 9; 691 blz.; € 44,95.
„Caesar maakte behoorlijk wat fouten, als bevelhebber en als politicus, maar wie maakt geen fouten? Een van zijn grote gaven was dat hij zich door tegenslagen niet uit het veld liet slaan en kon erkennen, al was het alleen maar tegenover zichzelf, dat hij iets niet goed had gedaan, om zich vervolgens aan te passen aan de nieuwe situatie en die uiteindelijk naar zijn hand te zetten.”
”Caesar”, door Adrian Goldsworthy; vert. door Corrie van de Berg en Carola Kloos; uitg. Ambo, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 414 1140 2; 640 blz.; € 29,95.
„Omdat Cicero vaak verwijst naar werk van schrijvers die wij alleen via hem kennen, en omdat hij de kunst verstaat ingewikkelde problemen helder uit te leggen, is zijn werk van onschatbaar belang geweest voor de kennis van de Griekse filosofie, met name in perioden dat niemand meer Grieks las. Ook nu kan iedereen die een goed overzicht van de epicureïsche ethiek wil krijgen, beter ”De finibus” lezen dan de brieven of fragmenten van Epicurus zelf.”
”Het feest van Saturnus. De literatuur van het heidense Rome”, door Piet Gerbrandy; uitg. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 253 1759 1; 533 blz.; € 29,95.
„In de oudheid was de kindersterfte, naar moderne maatstaven gemeten, ontstellend hoog. Naar schatting overleed één op de drie kinderen nog voor het einde van het eerste levensjaar. Nog eens twintig procent stierf voor het vijfde jaar. Daarna nam de levensverwachting toe, al bereikte uiteindelijk slechts de helft van de nieuwgeborenen de leeftijd van tien jaar.”
”Kleine Romeinen. Jonge kinderen in het antieke Rome”, door Christian Laes en Johan Strubbe; uitg. Salomé – Amsterdam University Press, Amsterdam, 2006; ISBN 978 90 5356 953 5; 141 blz.; € 14,95.
„Het politieke model van de Perzische koningen zou alle volgende grote rijken inspireren, tot in het moslimtijdperk toe – de kaliefen, would be wereldheersers, bauwden exact, zij het in vrome islamitische bewoordingen, de aanspraken van Xerxes na. Men kan zelfs met enig recht stellen dat het politieke model van de antieke Perzische monarchie in het Midden Oosten is blijven bestaan tot 1922, toen de laatste kalief, de Turkse sultan, werd afgezet. Het is natuurlijk het uitdrukkelijke doel van Osama bin Laden om het kalifaat in zijn recht op wereldheerschappij te herstellen.”
”Perzisch vuur. De eerste supermacht en de strijd om het Westen”, door Tom Holland; vert. door Jos den Bekker; uitg. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 253 6315 4; 440 blz.; € 29,95.