Van Middelkoop blijft bij juiste inzet Afghanistan
DEN HAAG (ANP) – Nederlandse commando’s die in 2002 in Afghanistan actief waren, hebben niets gedaan wat buiten hun mandaat viel. Hoewel geen sprake is van gedetailleerde opsommingen van de operationele inzet, is „de Tweede Kamer steeds uitvoerig en naar behoren geïnformeerd over het verloop van de ISAF-operatie."
Dat heeft minister Van Middelkoop (Defensie) dinsdag geschreven in antwoord op een nieuwe reeks schriftelijke vragen van de vaste Kamercommissie voor Defensie. De bijna vijftig vragen werden gesteld na eerdere antwoorden die de minister gaf na aantijgingen van het radioprogramma Argos. Woensdag debatteert de Kamer over de kwestie.In diverse uitzendingen beweerde Argos dat Nederlandse troepen buiten hun ISAF-mandaatsgebied bezig waren en dat zowel de minister als de Kamer niet ingelicht waren. Van Middelkoop weerlegt enkele vermeende operaties die Argos heeft gemeld en stelt dat een van zijn voorgangers Frank de Grave vooraf wel was geïnformeerd over enkele andere operaties, op één geval na.
In dat geval, op 17 mei 2002, kreeg de commandant van de commandotroepen een mondelinge opdracht. Die dag moesten de Nederlanders een verkenning uitvoeren naar de kwetsbaarheid van de Surobidam. Die opdracht werd afgebroken, omdat het door de verkeersopstoppingen niet mogelijk was die tijdig uit te voeren.
Mondelinge opdrachten kwamen vaker voor, schrijft de minister. Maar na afloop is toch besloten om opdrachten buiten de ISAF-verantwoordelijkheid van tevoren in Den Haag kenbaar te maken via de Nederlandse vertegenwoordiger van de chef Defensiestaf bij ISAF. Daarmee was de zaak afgedaan, aldus Van Middelkoop.
Volgens de minister traden de Nederlandse commando’s bij de hoofdstad Kabul drie keer buiten het operatiegebied van ISAF op, maar bleven ze binnen het verantwoordelijkheidsgebied van de ISAF. Alle ISAF-regelingen en andere afspraken bleven dan ook op hen van toepassing.
Eind maart 2002 verleenden de Nederlanders humanitaire hulp na een aardbeving. Eind mei 2002 bemanden de Nederlanders een waarnemingspost in de operatie Galaxy, ten zuiden van het ISAF-gebied. Doel van de operatie was een bomauto te onderscheppen. Volgens de minister viel dit ook binnen het mandaat, omdat het om de bescherming van eigen ISAF-troepen ging.