Ze verklaarde dat de Kroatische bezwaren tegen de inhoud van de aanklacht tegen Bobetko „belachelijk” waren. Een eerdere aanklacht tegen de Kroatische generaal Ademi, die zich vrijwillig meldde bij het VN-hof, bevat precies dezelfde elementen, verklaarde woordvoerster Hartmann al zwaaiend met de Ademi-aanklacht. Toen werkte Zagreb ook mee.

Bovendien kan volgens de aanklagers een land geen juridische bezwaren aantekenen tegen een door rechters van het VN-hof goedgekeurde aanklacht zoals het geval is met Bobetko. De woordvoerder van het Joegoslavië-Tribunaal viel zijn collega woensdag bij.

Volgens internationaal recht moeten landen onverwijld meewerken en aangeklaagden arresteren en overdragen, stelde hij. Internationaal recht staat boven nationaal recht. De zegsman doelde daarbij op de bezwaren uit Zagreb dat de aanklacht uit Den Haag in strijd zou zijn met de Kroatische grondwet. Bobetko wordt door de aanklagers beschuldigd van misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden begaan tegen Serviërs in september 1993 in de zak van Medak in de autonome regio Krajina.

De relatie tussen Kroatië en het Joegoslavië-Tribunaal is altijd moeizaam geweest. Rond de uitlevering van generaal Gotovina stelde Zagreb zich ook weigerachtig op.