Noord-Ierse kerken worden toleranter
Rooms-katholieken en protestanten in Noord-Ierland hebben sinds 1989 duidelijk minder moeite gekregen met gemengde huwelijken. Het feitelijk aantal echtverbintenissen tussen leden van de twee rivaliserende geloofsgemeenschappen is licht gestegen, van 6 procent in 1989 tot 9 procent in 1998.
Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek van de Queen’s Universiteit in Belfast en de Universiteit van Ulster. Het percentage Noord-Ieren dat aangaf dat de meeste mensen er grote bezwaren tegen zouden hebben als een familielid met iemand van de andere religie zou trouwen, daalde van 34 procent in 1989 tot 16 procent in 1998.
Het draagvlak voor gemengde huwelijken is bij rooms-katholieken groter dan bij protestanten. Slechts 9 procent van de rooms-katholieken (25 procent in 1989) gaf aan dat de meeste mensen grote bezwaren tegen een gemengd huwelijk van een familielid zouden hebben, tegen 22 procent van de protestanten (41 procent in 1989).
Hetzelfde verschil is te zien bij de vraag hoe de ondervraagden zelf zouden reageren als een familielid een gemengd huwelijk zou sluiten. Van de rooms-katholieken zei 4 procent (6 procent in 1989) grote bezwaren te hebben, van de protestanten 16 procent (25 procent in 1989). Bij de rooms-katholieken daalde het percentage dat geen bezwaar zei te hebben echter licht (van 82 naar 79), terwijl het bij de protestanten steeg van 53 naar 60.
Tweederde van de ondervraagden was in 1998 voorstander van gemengde rooms-protestantse scholen. In 1989 was dat nog 56 procent. Ook hier toonden de rooms-katholieken zich toleranter. Van hen was 72 procent voor gemend onderwijs, van de protestanten 57 procent.