„Bijna dood; gaat dat echt over mij?”
MIDDELBURG - Paul de Waard is opgewekt en blij. „Ik loop makkelijk tien minuutjes achter elkaar. Dat had ik kortgeleden echt niet moeten proberen.” De 26-jarige Middelburger ontsnapte in juni op het nippertje aan de dood nadat hij in Australië een vrouw redde. Maandag krijgt hij van de Middelburgse burgemeester, in aanwezigheid van de Australische ambassadeur, de hoogste onderscheiding van het Carnegie Heldenfonds.
Zijn klapvoet, daar maakt Paul de Waard zich nog het meest zorgen over. „Het is nu bijna een halfjaar geleden, maar het gas geven in de auto doet nog steeds pijn. Ik vraag me af of dat wel goed zal komen.” De jonge Zeeuw is nog steeds bezig met revalidatie, de hele week lang in een instelling in Goes. „Alleen in de weekenden ga ik naar huis. Maar over een paar weken hoop ik weer bij mijn ouders in Middelburg te wonen.”De Waard werd held tegen wil en dank, op 18 juni dit jaar in de Australische stad Melbourne. „Ik zat toen al elf maanden in Australië. Een geweldig land, waar ik in mijn eentje was heengegaan om een jaar te backpacken. Die morgen was ik net een halfuur wakker. Ik ging een krantje halen, en een kop koffie. Ik moest die dag mijn visum voor Indonesië regelen en ik had nog een overtollige surfplank te verkopen. Toen gebeurde het.”
Terwijl hij de straat oversteekt, ziet De Waard een man -naar later blijkt een Hell’s Angel- die een vrouw met geweld probeert te beletten om in een taxi te stappen. „Het gebeurde recht voor me, dus ik liep gewoon door. Naast me zag ik nog een man. Samen stapten we op de Hell’s Angel af. We wilden ’m weer tot bedaren brengen. Maar ik had nog geen zin uitgesproken toen hij z’n pistool al had getrokken. En opeens lagen we op de grond - die vrouw, degene die ook wilde helpen en ikzelf.”
De Waard krijgt twee kogels in zijn lijf; één in zijn borst en één in de onderbuik. Hevig bloedend ligt hij op de stoep. „Dat herinner ik me in een waas. Ik ben me niet bewust geweest van erge pijn. Die paar seconden op straat, die glipten eigenlijk zo voorbij. Maar toen de ambulance er was, ging bij mij het licht uit. Pas een kleine week later werd ik wakker. Ik ben kunstmatig in coma gehouden.”
Paul is niet het enige en ook niet het ergste slachtoffer van de wilde schietpartij van de Hell’s Angel. De 24-jarige Kaera Douglas, de vrouw die werd lastiggevallen, ligt zwaargewond op de grond. Het ergst is Pauls medestander er aan toe, de 43-jarige advocaat Brandon Keilar, vader van drie kinderen. Hij overlijdt op straat aan zijn verwondingen - de hulpdiensten staan machteloos.
Nog diezelfde ochtend worden Paul en Kaera geopereerd. Twintig procent van de rechterlong van de Zeeuw wordt verwijderd. ’s Avonds volgt een nieuwe operatie, om bloedingen in de onderbuik te stoppen. Twee dagen later geeft de Hell’s Angel, Christopher Hudson, zich aan. Zijn zaak loopt nog - hij heeft een jarenlange gevangenisstraf in het vooruitzicht. Nieuwe operaties volgen intussen voor Paul. Ruim een maand ligt hij, de eerste tijd in zeer kritieke toestand, in het Royal Melbourne Hospital.
Heb je ooit gedacht dat je het mogelijk niet zou overleven?
„Geen moment. Ik lees uitspraken van artsen die zeggen dat ik bijna dood ben geweest. Maar nog steeds denk ik: Gaat dat over mij? Ik kan die bijzonder kritieke toestand nog steeds niet echt tot me door laten dringen.” Dat advocaat Keilar het voorval niet overleefde, vindt De Waard vreselijk. „Toch heb ik nooit gedacht: Waarom leef ik nog en hij niet? Ik heb het idee dat het mijn tijd niet was. Ik heb nog zo veel te doen. Ik weet niet of ik daar de hand van God in moet zien. Ik geloof wel dat er meer is, maar dit soort dingen kun je toch niet verklaren.”
Terwijl De Waard in het ziekenhuis ligt, staat Australië op z’n achterste benen. De media zijn vol lof over de jonge Nederlander die met gevaar voor eigen leven tussenbeide kwam. Het spreekwoordelijke ”Dutch courage” -dronkemansmoed- krijgt voor menigeen een nieuwe inhoud. Dat gaat echter allemaal langs het slachtoffer heen. „Ik lag met m’n ogen dicht op bed. Er kwam geen journalist aan mijn bed, daar zorgde de Nederlandse consul wel voor.”
De hype kan De Waard wel verklaren: „Dit soort schietpartijen komt haast nooit voor in Australië. Het is een heel veilig land, dat voelde ik ook zo. In Amsterdam zou ik misschien nog hebben gedacht: Oppassen met die vent, maar in Melbourne had ik dat helemaal niet.”
In Australië gaan stemmen op om De Waard te eren met een onderscheiding, maar dat gaat uiteindelijk niet door. „Het ging om de zogeheten Bravery Award. Maar om die te krijgen, moet je de Australische nationaliteit hebben. Ik hoop dat ik die alsnog krijg, dat zou ik heel cool vinden. Niet voor die onderscheiding, maar dan kan ik altijd zonder visum terug naar het land. Volgend jaar wil ik sowieso weer terug. Ik heb daar een geweldige tijd gehad.”
Je krijgt maandag de hoogste onderscheiding van het Carnegie Heldenfonds: de zilveren medaille. Voel je je ook een held?
„Nee. Je bent volgens mij een held als je van tevoren een bepaald risico inschat en dat bewust neemt. Het is niet zo dat ik mezelf voor een kogel heb geworpen. Ik blijf liever een nuchtere Zeeuw. Tegelijk is het een principe van mij om te helpen als ik een man gewelddadig zie doen tegenover een vrouw. Ik hoop dat ik daar een volgende keer weer het lef voor heb.”