Economie

Werkgevers voor eenmalige bonus in CAO

Werkgevers willen bij CAO-onderhandelingen volgend jaar vaker een eenmalige bonus bieden. Werknemers kunnen die vergoeding krijgen als bepaalde doelen zijn bereikt, zoals hogere productiviteit, een lager ziekteverzuim of tevredener klanten. De vakbeweging heeft afwijzend op het idee gereageerd.

ANP
25 September 2002 13:12Gewijzigd op 13 November 2020 23:50

Op die manier verdienen zowel de werkgever als de werknemer aan een verbetering, aldus CAO-coördinator H. van der Steen van de werkgeversvereniging AWVN. Van der Steen is via de AWVN betrokken bij ruim de helft van de circa 1000 CAO’s in Nederland.

De eenmalige vergoedingen voor hogere productiviteit kunnen volgens Van der Steen een mogelijke impasse tijdens CAO-onderhandelingen doorbreken. „Aan de ene kant zitten de bonden die meer geld vragen. Aan de andere kant willen werkgevers en overheid de lonen matigen”, verklaart Van der Steen. „Dan is het slim te zoeken naar een middenweg: samen geld verdienen door hogere arbeidsproductiviteit.”

Van der Steen denkt aan allerlei vormen van eenmalige beloningen, zoals winstdeling of een bonusuitkering. Afspraken bij sigarettenfabriek Philip Morris zijn een goed voorbeeld, vindt de CAO-coördinator. Daar kreeg personeel een bonus van 200 euro voor elke procent dat de productie per werknemer toenam.

„Voor een hogere arbeidsproductiviteit hoeven de machines heus niet sneller te draaien. Het kan gewoon door slimmer te werken”, weet Van der Steen. „Bij een lager ziekteverzuim bijvoorbeeld bespaart een bedrijf ook geld. Die besparing kan voor een deel aan de werknemers worden betaald.”

De AWVN was voor dit jaar al van plan meer incidentele vergoedingen af te spreken, voor een deel in plaats van vaste loonsverhogingen. Dat is echter nauwelijks uitgewerkt in CAO’s. De vakbonden bleken ook amper bereid om hierover te praten; die gaven de voorkeur aan vaste loonsverhogingen.

Dit jaar zullen bonden meer bereid zijn om over eenmalige vergoedingen te praten, verwacht Van der Steen. „De bonden weten best wat er gebeurt als de vaste loonkosten te hoog worden: de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven verslechtert dan nog verder. Ik schrik nu al van voorspellingen dat er 7000 tot 8000 werklozen per maand bijkomen.”

De werkgevers vinden het onvoldoende dat de vakcentrale CNV alleen een commissie wil voor innovatie van bedrijven. Ook vindt de werkgeversvereniging dat de vakcentrales nog niet echt meewerken aan matiging van de lonen, zoals de overheid hen heeft gevraagd. FNV vraagt tot 3,5 procent meer loon, terwijl het maximum van CNV tussen de 2,25 en 3,5 ligt.

De AWVN heeft ook geen hoge verwachtingen van de bescheidener inzet van de vakcentrale Unie MHP (3 procent). Die vakcentrale zou te klein zijn om echt invloed te hebben.

De voornemens maken wel duidelijk dat de AWVN voorlopig gewoon met de vakbonden blijft onderhandelen over CAO’s. Voorzitter J. Schraven van de overkoepelende ondernemersorganisatie VNO-NCW suggereerde eerder immers dat de bonden daarvoor eigenlijk te weinig leden zouden hebben. Van der Steen zoekt voorlopig geen andere onderhandelingspartners.

„Maar we zijn natuurlijk wel kritisch. De bonden bieden inhoudelijk te weinig ruimte om nieuwe dingen te bespreken. En we vragen ons af of de kaderleden wel representatief zijn voor alle werknemers. Maar dat is een discussie waar we nog niet klaar mee zijn.”

De AWVN steekt echter ook de hand in eigen boezem. Van der Steen is ook kritisch over de eigen werkgevers. Velen zouden de besprekingen beter moeten voorbereiden, vindt de vereniging. Vooral de communicatie met de eigen werknemers kan beter, zodat de directie niet wordt verrast door vakbondsvoorstellen.

„Het komend jaar wordt spannend”, verwacht Van der Steen. „Er is minder te verdelen, de economie zit tegen. Veel zal afhangen van het najaarsoverleg tussen de organisaties van werkgevers en werknemers met de overheid. Als we daar de arbeidsproductiviteit al op de agenda kunnen zetten, wordt het makkelijker.”

Op de achtergrond van het CAO-overleg speelt een andere discussie tussen de werkgevers en vakbonden. Die gaat over het geld voor de bonden zelf. Bedrijven betalen de bonden nu namelijk een vergoeding, omdat de bonden ook onderhandelen voor personeel dat geen lid is. Dit voorjaar pleitte de AWVN-voorzitter B. Wientjes ervoor om voorwaarden te stellen aan die vergoeding. De bonden reageerden toen furieus. Het overleg begint dit najaar.

Van der Steen is zelf achttien jaar CAO-onderhandelaar geweest. Sinds twee jaar coördineert hij de veertig onderhandelaars die komend jaar samen 350 tot 370 CAO’s afsluiten. De meeste zijn een jaarlijks terugkerend gevecht om geld. Hoewel: Van der Steen droomt wel eens van CAO’s die worden afgesloten voor drie of vier jaar. Zo’n langlopende overeenkomst zou meer arbeidsrust geven. Maar dan moet het bedrijf wel zicht hebben op winst en kosten over een lange tijd. Dat is praktisch onhaalbaar, beseft de beroepsonderhandelaar. „We weten dat we dat niet weten.”

De vakbonden zijn echter niet gecharmeerd van eenmalige bonussen om de arbeidsproductiviteit te vergroten, en al helemaal niet als die in plaats komen van vaste loonsverhoging. Dat zeiden zowel FNV’s CAO-coördinator H. van der Kolk als CNV-voorzitter D. Terpstra gisteren in een reactie op het voorstel van AWVN.

FNV-coördinator Van der Kolk noemt het een volstrekte illusie dat de productie toeneemt door het personeel bonussen te beloven. „De praktijk leert dat het niet werkt”, aldus Van der Kolk. „In eerste instantie gaat men wel harder lopen. Maar dat is afgelopen zodra blijkt dat niet iedereen de bonussen krijgt of dat het doel niet wordt gehaald. Dan heerst er frustratie en neemt het ziekteverzuim toe.”

De FNV zegt nadrukkelijk in de CAO’s voor volgend jaar vaste loonsverhoging te blijven eisen. „Daarnaast zullen we in sommige CAO’s best winstdeling of bepaalde bonussen afspreken. We zijn niet absoluut tegen. Maar onze indruk is dat veel managers in de praktijk afzien van die bonussen, omdat het niet werkt.”

De opvatting van FNV’er Van der Kolk sluit aan bij de mening van CNV-voorzitter D. Terpstra. Bonussen voor grotere productiviteit zijn de oplossing niet, zegt Terpstra. „Wat de werkgevers eigenlijk gewoon willen is dat mensen harder gaan werken. Wij zeggen dan: het is beter om slimmer te werken.”

Het CNV heeft al eerder het voorstel gedaan een commissie op te richten die de structuur van het bedrijfsleven moet verbeteren. Dat betekent concreet dat het beroepsonderwijs beter aansluit bij het bedrijfsleven en dat ondernemingen meer onderzoek doen. „Nu loopt Nederland sterk achter met onderzoek en ontwikkeling”, aldus Terpstra.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer