„Afghaanse taliban fors in opmars”
LONDEN/KABUL - De veiligheidssituatie in Afghanistan verkeert in een diepe crisis. De fundamentalistische talibanrebellen zijn sterk in opmars, vooral in het zuiden. Dat is de conclusie van een naar eigen zeggen „treurig rapport” van de toonaangevende internationale denktank Senlis Council over Afghanistan.
Meer dan de helft (54 procent) van het Afghaanse land herbergt momenteel „een permanente aanwezigheid” van de taliban. In sommige delen zijn ze de facto de enige en onbedreigde autoriteit, met vergaande controle over zaken als infrastructuur, de lokale economie en de burgers.Senlis, die het rapport woensdag presenteerde in Londen, stelt vast dat ondanks de aanwezigheid van een grote internationale NAVO- en Amerikaanse troepenmacht -en ondanks grootschalige investeringen- het land weer in handen dreigt te vallen van de taliban.
Het aantal buitenlandse militairen moet volgens Senlis zo snel mogelijk worden verdubbeld tot zeker 80.000, waarbij ook moslimlanden troepen moeten leveren, een zogeheten ”NAVO-Plus-troepenmacht.” Beperkte mandaten, die onder meer gevechtshandelingen in Afghanistan verbieden, kunnen volgens Senlis niet langer en de militairen moeten een grotere rol krijgen in de bescherming van hulporganisaties en bij het verdelen van hulpgoederen.
Alle NAVO-landen moeten in de ogen van Senlis verplicht troepen leveren. De organisatie noemt Nederland als een toonaangevend land dat -zoals de denktank uitrekende- momenteel 2,3 soldaten levert per miljard dollar aan bruto binnenlands product. Zo’n bijdrage zou een mooie formule zijn voor andere naties, vindt Senlis.
Met internationale inspanningen voor de wederopbouw van Afghanistan waarin de Nederlandse militairen vooral opereren, is volgens Senlis ook nog „geen duurzame overwinning” geboekt op de taliban.
De taliban hebben goed gekeken naar de situatie in Irak en ze worden steeds effectiever met hun guerrillatactieken, met bermbommen en zelfmoordaanslagen. De nog altijd slecht gecontroleerde grens tussen Afghanistan en Pakistan zorgt bovendien nog steeds voor een constante stroom van nieuwe -door al-Qaida-ideologie geïnspireerde- rekruten vanuit Pakistan. Senlis stelt dat het intussen niet meer de vraag is óf de taliban zullen terugkeren in de straten van de hoofdstad Kabul, maar wanneer dat gebeurt en in welke vorm.
Senlis bepleit een inzet van NAVO-Plus-troepen ook op Pakistaans grondgebied, omdat de activiteiten van de rebellen in dit land van grote invloed zijn op de veiligheidssituatie in Afghanistan.
Coalitietroepen in Noord-Uruzgan hebben dinsdag zeker veertien talibanstrijders gedood. Volgens autoriteiten werden de coalitietroepen door ongeveer zeventig militanten aangevallen toen ze op patrouille waren in de Afghaanse regio. Het is niet bekend of er ook burgerslachtoffers zijn gevallen.
In de Afghaanse provincie Uruzgan zijn dinsdagmorgen luchtaanvallen uitgevoerd op een grote groep talibanstrijders. De door de Verenigde Staten geleide coalitietroepen hebben dat bekendgemaakt. Volgens de plaatselijke autoriteiten zijn veertien opstandelingen gedood. Het Afghaanse ministerie van Defensie zei dat er tien strijders zijn gedood.
De opstandelingen wilden in de buurt van Tirin Kot een hinderlaag leggen, maar die mislukte. Volgens de coalitie vielen zo’n 125 talibanstrijders Afghaanse militairen en coalitietroepen aan. In Uruzgan zijn veel Nederlandse militairen gestationeerd.
De hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties, Louise Arbour, toonde zich dinsdag bezorgd over het aantal burgerslachtoffers in Afghanistan. Als burgers het slachtoffer worden van NAVO-acties is dat niet alleen een overtreding van internationaalrechtelijke bepalingen, zei Arbour, maar zorgt dat ook voor een afname in de lokale en internationale steun voor de NAVO-missie. Volgens Arbour moeten de buitenlandse militairen in Afghanistan nabestaanden van burgerslachtoffers compenseren.
Arbour zei eveneens bezorgd te zijn over het aantal burgerslachtoffers dat de opstandelingen in Afghanistan maken. Uit cijfers van het persbureau AP blijkt dat talibanstrijders dit jaar 346 burgers hebben gedood en de buitenlandse troepenmacht 337.
In de aan Uruzgan grenzende provincie Helmand zijn maandag tien Afghanen verdwenen die een plaats bewaakten waar wegwerkzaamheden werden uitgevoerd. De politiechef van Helmand heeft dat dinsdag gezegd. Mogelijk zijn de bewakers ontvoerd door de taliban.
De Verenigde Staten geven in Afghanistan veel te weinig geld uit aan humanitaire hulpverlening en van het geld dat daar wel aan wordt besteed gaat een te groot deel naar de salarissen van expats. Dat zegt de internationale hulporganisatie Oxfam in een dinsdag verschenen rapport. Oxfam schrijft dat het bedrag dat via Usaid Afghanistan bereikt (3 miljard euro sinds 2002) in het niet valt bij de kosten van de Amerikaanse militaire operatie in het land (23,88 miljard euro alleen al in 2007).
Net als in Irak bereikt veel te weinig Amerikaanse hulp de mensen voor wie het is bedoeld, aldus Oxfam. Veel geld gaat op aan bedrijven en onderaannemers die winst moeten maken en aan de hoge salarissen van buitenlands personeel en de kosten voor huisvesting. „Elke fulltime consultant uit het buitenland kost tot een half miljoen dollar per jaar”, aldus de hulporganisatie. De hulpverlening moet efficiënter en er moet meer gebruik worden gemaakt van lokaal personeel, stelt Oxfam.
Volgens de hulporganisatie dreigt een humanitaire ramp als er niet snel actie wordt ondernomen. Miljoenen Afghanen op het platteland kampen met grote problemen en de situatie is te vergelijken met die in het straatarme Afrika bezuiden de Sahara.