EU-landbouwbeleid gaat verder op de schop
BRUSSEL - Een nieuwe hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid mag het officieel niet heten. Toch staan er voor de boeren in de EU weer belangrijke veranderingen op stapel. Brussel draait de subsidiekraan wat verder dicht.
Eurocommissaris Mariann Fischer Boel gaf dinsdag het startschot voor een breed opgezette overlegronde. Zij presenteerde een notitie met daarin vragen en ideeën aan de hand waarvan zij de komende zes maanden de opvattingen van de politiek en van belanghebbende burgers en organisaties wil peilen. Het tijdschema voorziet erin dat zij vervolgens in mei concrete wetgevingsvoorstellen indient. Die moeten, na goedkeuring door de ministers van de 27 lidstaten, in 2009 in werking treden.Aan het landbouwbeleid, een van de eerste terreinen waarop de Europese samenwerking gestalte kreeg, is in de afgelopen vijftien jaar al diverse keren grondig gesleuteld. Het begon in 1992 met het pakket van toenmalig commissaris MacSharry. De laatste operatie van dit soort vond plaats in 2003/2004, conform de plannen van Fischler.
Ditmaal wordt gesproken van een health check of, in het Nederlands, een gezondheidscontrole. Niet dat de conditie van de sector waar het om draait te wensen overlaat, maar de snelle wijzigingen in de agrarische wereld vragen nu eenmaal om een verdere modernisering, benadrukt Boel. De prijzen van graan bijvoorbeeld zijn als gevolg van tekorten enorm gestegen en melkoverschotten zijn niet langer aan de orde.
Het budget dat de EU aan landbouw besteedt, ligt tot en met 2013 vast, op een niveau van jaarlijks zo’n 40 miljard euro. Daaraan zal de Unie niet tornen. Zij brengt in genoemde periode alleen verschuivingen aan tussen de verschillende posten. Dat gebeurt op basis van de antwoorden op een drietal kernvragen die oprijzen uit het discussiedocument: hoe de huidige inkomenssteun, in de vorm van de bedrijfstoeslag, voortzetten, hoe verder met de inzet van marktinstrumenten als interventieprijzen en productiequota en hoe nieuwe uitdagingen als klimaat, bio-energie, milieu en waterbeheer in je aanpak betrekken?
Het ziet er in ieder geval naar uit dat veel boeren straks minder geld ontvangen vanuit Brussel. Boel bepleit om vanaf 2009 de rechtstreekse betalingen aan bedrijven die meer dan 5000 euro steun per jaar op hun bankrekening krijgen bijgeschreven, te verlagen en het bedrag dat daardoor vrijvalt over te hevelen naar de middelen voor plattelandsontwikkeling. Het aandeel van die pot in de totale begroting groeit dan geleidelijk van 5 procent nu tot 13 procent in 2013.
Vooral ondernemingen die een toeslag innen van boven de 100.000 euro, zullen flink worden gekort. Hoe groter de toeslag, hoe groter het percentage van de korting. Tegelijk wil de Deense commissaris de ondergrens qua areaal dat iemand moet bezitten om een beroep te kunnen doen op de EU-kas, naar boven aanpassen. De minimaal vereiste oppervlakte is tot dusver bepaald op 0,3 hectare. „Bijzonder laag”, vindt Fischer Boel. „Als je alleen een geit in je achtertuin hebt staan, ben je geen echte boer”, voegde zij daar dinsdag aan toe. Er zijn volgens haar te veel aanvragen van „pseudoboeren.”
Zij oppert voorts over te schakelen naar een meer forfaitair systeem, met het aantal hectaren als meetpunt, bij de toekenning van steun. De hoogte van de uitkering is momenteel afhankelijk van de omvang van de productie op een ijkdatum in het verleden. Verder weg in de toekomst valt het moeilijk meer uit te leggen om dan nog steeds dat verband te hanteren, tekent zij hierbij aan.
De in 1984 ingevoerde melkquota, bedoeld om de overproductie terug te dringen, zullen in 2015 verdwijnen. Om een wat Boel noemt „zachte landing” te bewerkstelligen, denkt zij aan een stapsgewijze verruiming. De verwachting luidt dat in dat kader op 1 april een uitbreiding van de productierechten zal worden toegepast van 2 procent.
Ook geeft zij in overweging om de verplichte braaklegging van landbouwgrond af te schaffen. Tegen de achtergrond van tegenvallende oogsten is die maatregel al tijdelijk buiten werking gesteld.
Het interventiesysteem voor granen lijkt eveneens zijn langste tijd te hebben gehad. „Eigenlijk verouderd”, oordeelt Boel. De markt gaat dus voortaan een belangrijkere rol spelen voor de boer. Hij is meer overgeleverd aan zelfredzaamheid. Enkel voor tarwe bestemd voor het bakken van brood wordt de traditionele prijsondersteuning gehandhaafd, „omdat brood een basisproduct is voor elke burger.”
Overigens staat niets al definitief vast. „Er zijn nog geen beslissingen genomen. Ik verheug me op een constructieve gedachtewisseling en op de inbreng van goede ideeën”, zegt Fischer Boel.