Historische roman over muzikale rode priester
Titel: ”Het geheim van Antonio Vivaldi”
Auteur: André Romijn
Uitgeverij: Roman House Publishers, North Yorkshire, 2007
ISBN 978 90 8662 009 8
Pagina’s: 379
Prijs: € 19,95.
Het leven van Antonio Vivaldi (1678-1741) spreekt onmiskenbaar tot de verbeelding. Een speelfilm over de Venetiaanse componist is in voorbereiding, een historische roman verscheen onlangs. André Romijn, die zich tien jaar geleden in Engeland vestigde om boeken te gaan schrijven, presenteert met ”Het geheim van Antonio Vivaldi” zijn debuut als romanschrijver. Aan het boek, dat binnenkort ook in een Engelse vertaling verschijnt, ging naar zijn zeggen een speurtocht naar het leven van Il Prete Rosso (de rode priester) vooraf. Ruim een halfjaar was Romijn bezig met onderzoek, onder andere in Venetië, waar het grootste deel van Vivaldi’s leven zich afspeelde.
Romijn steekt in en sluit af met de ontdekking van de muziek van Vivaldi, ruim 75 jaar geleden. Toen zorgde prof. Alberto Gentili van de Nationale Bibliotheek van Turijn ervoor dat de muzikale nalatenschap van de Italiaanse componist weer bijeengebracht werd en tot leven kwam.
De eigenlijke roman begint in 1709 in Venetië, als Antonio aan het begin van zijn muzikale carrière staat. De muzikale priester geeft vioolles aan de meisjes van een weeshuis, maar zoekt naar mogelijkheden om door te dringen in de wereld van opera en theater. Met veel technische informatie (commissie, impresario, markies, protégé) en gebruikmakend van de nodige Italiaanse termen (scriturra, prima donna, palazzi, abbate, piazza, portico, zecchini, signorina) beschrijft Romijn Vivaldi’s successen en teleurstellingen, zijn grootheid (als muzikaal talent) en zijn kleinheid (als ongetrouwde zoon die afhankelijk is van zijn vader).
Romijn voert de lezer langs theaters, vorstenhoven en het pauselijk paleis in Rome. Langs Florence, Praag en Wenen, waar de rode priester op 63-jarige leeftijd als een armoedzaaier sterft en begraven wordt. Hier en daar komt ineens de Europese politieke situatie aan het begin van de 18e eeuw om de hoek kijken.
De romantiek vormt de rode draad van het verhaal. Romijn vult de vermeende affaires van de ongetrouwde priester op het gebied van de liefde -hij zou onder anderen met de zangeres Anna Girò een verhouding hebben gehad- op zijn eigen wijze in: een romantische omgang met leerlinge Anna Maria, een vreemde relatie met Paolina Tessieri en het buitenechtelijke kind Anna. De laatste is dan ook bedoeld met het geheim waarvan de titel spreekt.
Genoeg ingrediënten voor een mooie roman. Dat wordt het echter niet, omdat Romijn een slechte schrijfstijl heeft. De beelden verspringen voortdurend, situatieschetsen op kleine schaal maken abrupt plaats voor de grove lijnen, beschrijvingen van intieme momenten (zoals het overlijden van Vivaldi’s moeder) worden voorafgegaan door een ruwe conclusie („Ruim een jaar later wordt Antonio wederom geconfronteerd met een sterfgeval. Onopgemerkt blaast mamma Camilla in de nacht van zes op zeven mei haar laatste adem uit.”). Daarbij lijkt het dat Romijn alle historische informatie die hij gevonden heeft een plek heeft willen geven. Zo komen tal van Vivaldi’s opera’s langs, inclusief tijdstip van première en een beschrijving van het verhaal dat erin wordt uitgebeeld. Vermoeiend.
Jammer, want de persoon en het werk van de Venetiaanse rode priester zijn interessant genoeg voor een mooie historische roman. Wellicht kan de schrijver zijn volgende boek -volgend jaar moet een historisch verhaal over Marie Antoinette verschijnen- wat meer een roman laten zijn.