Greenpeace jaagt op walvisvaarders Japan
TOKIO (AP) - Milieuorganisatie Greenpeace is vastbesloten de Japanse schepen die zijn uitgevaren om op bultruggen te jagen, te achtervolgen en zo veel mogelijk te hinderen. Greenpeace heeft daartoe het actieschip Esperanza ingezet. De Esperanza probeert de Japanse walvisvaarders op te sporen en te volgen naar het zuiden van de Stille Oceaan, waar de schepen op jacht gaan naar bultruggen.
Het is voor het eerst in 44 jaar dat Japan op bultruggen gaat jagen. Vier schepen vertrokken zondag uit de haven van Shimonoseki naar het zuiden van de Stille Oceaan, met de bedoeling daar maximaal vijftig exemplaren van deze walvissoort te vangen. Sinds 1963, toen de dieren bijna waren uitgestorven, geldt er een moratorium op de jacht op bultruggen.Inmiddels hebben Australië en Nieuw-Zeeland een beroep op Japan gedaan om af te zien van de jacht op bultruggen. De Nieuw-Zeelandse premier Helen Clark zei maandag dat de Japanse vloot walvisvaarders nimmer had mogen uitvaren. „Het zou gewoon beter zijn als de Japanners thuis bleven en niet naar het zuiden zouden komen varen onder het mom, het bedrog, de bewering dat het voor wetenschappelijke doeleinden nodig is dat ze duizend walvissen vangen”, aldus Clark.
De Australische regering liet bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Alexander Downer en minister van Milieu Malcolm Turnbull weten „diep teleurgesteld” te zijn dat de Japanse vloot is uitgevaren. „De regering doet opnieuw een beroep op Japan om zijn standpunt over deze onmenselijke praktijken te herzien.”
Behalve bultruggen zullen de Japanse schepen ook 935 dwergvinvissen en vijftig vinvissen proberen te vangen. Nooit eerder joeg Japan in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan zo uitgebreid op walvissen. Zoals gewoonlijk zegt Japan de walvissen voor wetenschappelijke doeleinden te vangen. De walvisjacht is sinds 1986 verboden, maar Japan mag voor wetenschappelijke doeleinden jaarlijks een beperkt aantal walvissen vangen. Volgens tegenstanders van de jacht spelen er wel degelijk commerciële belangen mee, omdat het vlees van de gedode dieren wordt verkocht. Walvisvlees geldt in Japan als een delicatesse.
Onder het in 1963 ingestelde moratorium mogen alleen Groenland en het Caraïbische land Saint Vincent en de Grenadines elk jaar een klein aantal bultruggen vangen. Volgens de Internationale Walvisvaartcommissie vingen beide landen er vorig jaar één. Tot 1973 joeg de toenmalige Sovjet-Unie ondanks het verbod ook op bultruggen, maar het is niet duidelijk op welke schaal.
Bultruggen gelden als intelligente dieren. Ze communiceren met elkaar door middel van complexe melodieën, zijn zeer acrobatisch, worden tussen de 12 en de 15 meter lang en tussen de 25 en de 40 ton zwaar.
Het Amerikaanse Walvisgenootschap schat het aantal bultruggen op 30.000 tot 40.000. Ze gelden daarmee als een kwetsbare diersoort. Volgens de Japanse visserijdienst kan het voor de bultruggenstand geen kwaad om er vijftig te vangen.