Alstublieft, geef ons wat water
KHULNA - De tropische cycloon Sidr is uitgeraasd, maar de verwoestende gevolgen zullen nog weken, maanden doorgaan. Want een ramp in een straatarm land als Bangladesh sleept altijd een stoet aan andere ellende achter zich aan: dorst, honger, ziekten, ontbering.
Hebt u misschien een beetje water voor me? Alstublieft, geef ons wat water. De vraag die bezoekers aan de rampgebieden langs de kust van Bangladesh als eerste gesteld krijgen, is die naar drinkwater. En naar voedsel, onderdak, bouwmaterialen. Want een ramp als deze komt nooit alleen.Cyclonen in Bangladesh sluiten een duivels pact met de misère waarin de slachtoffers al heel hun leven zitten.
Dat is ondenkbaar voor rijke westerlingen, die altijd wel ergens een potje geld, een rekeningetje hier of een ouwe sok daar achter de hand hebben. Heel ons denken en doen is omringd met denkbeeldige airbags, waardoor we weten: ons leven kan tegen een stootje. Slechts op één punt zijn we kwetsbaar gebleven, en dat zijn ongeneeslijke ziekten. De kans op een negatieve uitslag van een ziekenhuisonderzoek is zo’n beetje het enig resterende tochtgat in onze hermetisch dichtgetimmerde leventjes.
Maar in al die getroffen districten aan de Bengaalse kust is dat anders. Wanneer de straatarme bevolking daar iets kwijtraakt, is ze alles kwijt. Niks is hier dichtgetimmerd, levens zijn aan elkaar geregen lappen, rammelende planken. De miljoenen dagloners zaten er al tot over hun oren in de schuld bij vrekkige geldschieters, nu hebben ze niet eens meer geld om vrouw en kroost te voeden, omdat akkers zijn weggespoeld, of vissersbootjes schots en scheef in de bomen hangen.
En daarom is het vanaf nu: schrapen, vechten, stelen, uitbuiten, bedelen, wachten, of: stilletjes sterven. Her en der kom je ze tegen, te midden van die uitgestrekte vuilnisbelt die rampgebied heet, de slachtoffers van diarree. Mannen, vrouwen, kinderen, die achter een paar planken leeg liggen te lopen.
Het is een bizarre paradox, want juist daar waar het water overweldigend huishield, wordt nu gesnakt naar water, en gestreden tegen dodelijke uitdroging. De vijvers waaruit altijd drinkwater werd gehaald, zijn tot de rand gevuld, alleen nu met smerig zout water. Als waarschuwende voorbeelden liggen de diarreeslachtoffers te creperen, maar voor de levenden is er geen alternatief dan doorgaan met risico’s lopen. Je dorst lessen is nu belangrijker dan voorzichtig zijn, en het bijeenschrapen van een paar smoezelige rijstkorrels evenzo.
De enige die te midden van dit slagveld als trotse torens overeind zijn gebleven, zijn de betonnen cycloonshelters. De vluchtheuvels die tijdens cyclonen levens moeten redden. En dat hebben ze ook dit keer gedaan.
Fijn dat die shelters er zijn. Maar machteloos zijn ze, nu de leefomstandigheden van al die overlevenden in korte tijd op een hoger niveau gebracht moeten worden. Om te voorkomen dat ze alsnog in de dodelijke nasleep van de cycloon meegesleurd worden. Van uitstel kan geen sprake zijn. Duizenden Bengalen hebben het te horen gekregen: U hebt nog enkele dagen te leven.