Persvrijheid
De in de Verenigde Arabische Emiraten gevestigde onafhankelijke Pakistaanse televisiezender moet uit de lucht. Geo TV vestigde zich anno 2002 in Dubai. Daarmee wilde hij het de regering in Islamabad onmogelijk maken controversiële uitzendingen te blokkeren. Daar zou het op uitgedraaid zijn. De vrije zender keerde zich immers tegen het regime van de via een staatsgreep aan de macht gekomen president Musharraf. Zijn arm schijnt inmiddels verder te reiken dan Pakistan.
Dubai Media City biedt de vrije Pakistaanse zender niet langer uitzendfaciliteiten. Volgens directeur Shahid Massood van Geo TV handelt het overheidsbedrijf van de emiraten in opdracht van de Pakistaanse regering. Dat is mogelijk. Maar Massood is partij in het conflict. Tegenstanders slingeren elkaar in de islamitische wereld vaak van alles naar het hoofd. Bestaat er een hard bewijs dat Musharraf de ’dader’ is? Soms blijkt de arm van Bush ook heel lang.Het is niet simpel degene aan te wijzen die echt verantwoordelijk is voor het gewraakte besluit. In elk geval roept de organisatie Verslaggevers Zonder Grenzen de emir van Dubai op de blokkade van Geo TV terug te draaien. De organisatie publiceert jaarlijks haar index van persvrijheid. Die lijst telt 169 landen. Pakistan staat op nummer 152. Het is goed dat zo’n orgaan de ogen van mensen opent voor wereldwijd onrecht. Kwaad in landen waar elke vorm van democratie of godsdienstvrijheid ontbreekt.
Toch rijst een vraag. Kan een politieke situatie maatregelen eisen die strijdig zijn met persvrijheid? Telkens vallen in Pakistan doden bij gevechten tussen moslims onderling. Is persvrijheid wenselijk als zij agressie stimuleert? Als openheid geweld aanwakkert? Omdat religieuze sentimenten niet in de hand vallen te houden of omdat mensen op onvolwassen wijze omgaan met informatie? Ook die vraag valt niet makkelijk te beantwoorden.
Het conflict rond Pakistan is niet uniek. China staat op nummer 163 van de index van persvrijheid. Dat is bijna onderaan. Lager dan Pakistan. China lijkt helemaal in de ban van de in 2008 te houden Olympische Spelen. Peking beloofde met het oog daarop complete mediavrijheid. Toch lijken ondertussen autoriteiten de websites van organisaties als Human Rights Watch en Amnesty International -af en toe?- te blokkeren voor Chinese gebruikers.
Via de Engelstalige China Daily vertelden de autoriteiten recent dat er een campagne van start gaat tegen valse verslaggevers. Die boodschap vormde in feite een dekmantel om het ’oprollen’ van een illegale krant te legitimeren. Een uitgave die overigens geen geweld aanwakkerde. Dat halen Chinezen niet in hun hoofd. China Daily meldde en passant dat China bezig is informatie te verzamelen over buitenlandse journalisten. Op die manier gaat Peking het aantal reporters voor de Olympische Spelen beperken.
China breekt z’n belofte. Dat is laakbaar. Hoe zit het met Musharraf? Hij zegt democratie te willen bevorderen. Moet hij de burgers dan niet de kans geven andermans opinie te zien en te horen? Als Pakistan een ontwikkeld, westers land was, zou dat zo zijn. Maar de situatie is anders.
Politieke democratie telt tal van verworvenheden: algemeen kiesrecht, vrijheid van meningsuiting en van vereniging, een onafhankelijke rechtspraak en persvrijheid. Dat alles is in Pakistan ver te zoeken. Het valt te betreuren. Tegelijk geldt dat het proces om tot politieke democratie te komen tijd kost, en voorzichtigheid. Wie persvrijheid afzonderlijk, los van de andere rechten, gaat promoten zou -gek genoeg- het proces om tot democratie te komen, kunnen vertragen.
Zoiets klinkt weinig principieel. Het verwerkelijken van positieve ideeën dient echter niet alleen te stroken met beginselen. Het is wijs ook rekening te houden met de praktijk.